Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3337/TB, 24 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:24-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3337/TB

betreft: [klager] datum: 24 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 16 december 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 maart 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.A. van Harmelen, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de
Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie en op verzoek van de Staatssecretaris als getuige-deskundige, [...], zorginhoudelijk manager van FPC Dr S. van Mesdag.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de GGzE De Grote Beek te Eindhoven afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 26 februari 2002 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Op 19 juli 2004 is klager geplaatst in FPC Veldzicht. Op 3 oktober 2006 is klager overgeplaatst
naar FPC Dr. S. van Mesdag (hierna: FPC Van Mesdag).

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil overgeplaatst worden naar GGzE De Grote Beek te Eindhoven, omdat er vorderingen zijn in zijn behandeling. FPC Van Mesdag gaat vanwege deze vorderingen een machtiging voor verlof voor
klager aanvragen. De inrichting heeft dit toegezegd tijdens een multidisciplinaire behandelbespreking van 21 april 2008. Bovendien overweegt de rechtbank een voorwaardelijke beëindiging van de tbs. De behandeling van de vordering tot verlenging is door
de rechtbank aangehouden, ten behoeve van een door de reclassering op te stellen rapport.
Klager zal in Noord-Brabant gaan resocialiseren. Een verlof in Groningen heeft dan geen enkele meerwaarde. Klager kent niemand in Groningen. Een resocialisatie in Eindhoven is ook logischer omdat hij daar zijn leven weer wil opbouwen. Tijdens een
eerdere beroepsprocedure voor de RSJ is er van de zijde van het ministerie de toezegging gedaan dat de resocialisatie in Eindhoven kan plaatsvinden. Klager heeft inmiddels al een woning gehuurd. De reclassering is inderdaad bang voor wraakacties, maar
klager ziet hiervan niet het probleem. Indien klager in Den Bosch gaat wonen, valt hij immers onder de reclassering Eindhoven. Bovendien ligt Eindhoven op niet zo’n grote afstand van Den Bosch.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen. De Staatssecretaris heeft geen verzoek van de inrichting ontvangen. Klager heeft zijn verzoek om overplaatsing niet met de zorgmanager besproken. Tijdens de
verlengingszitting van de rechtbank Den Bosch heeft de zorgmanager aangegeven dat mocht de rechtbank de dwangverpleging niet voorwaardelijk beëindigen, voor klager begeleid verlof zal worden aangevraagd, hetgeen impliceert dat klager binnen de FPC Van
Mesdag naar de resocialisatieafdeling zal worden overgebracht. De zorgmanager heeft benadrukt dat er geen enkele reden is om klager over te plaatsen naar GGzE De Grote Beek te Eindhoven dan wel een andere kliniek. Indien de tbs voorwaardelijk wordt
beëindigd, dan valt klager onder verantwoordelijkheid van de reclassering.

Door de getuige-deskundige, [...], is ter zitting het volgende verklaard over de behandeling van klager. De verlofaanvraag heeft veel tijd in beslag genomen. Dat komt door personeelstekort. Eén keer per half jaar vindt er een behandelbespreking plaats.
Indien de aanvraag voor een machtiging voor begeleid verlof wordt toegewezen, wordt klager overgeplaatst naar een andere afdeling. De reclassering is mordicus tegen een plaatsing van klager in Eindhoven, vanwege de risico’s die hieraan zijn verbonden.
Men vreest voor wraakacties van de zijde van de slachtoffers. Indien resocialisatie zal plaatsvinden, geschiedt dat in Den Bosch en omgeving, niet in Eindhoven. Ook FPC Van Mesdag vindt een resocialisatie in Eindhoven niet juist, gelet op de
achtergrond
van het delict en de door slachtoffers geuite bedreigingen.

4. De beoordeling
Op 9 april 2009 heeft de rechtbank ’s Hertogenbosch besloten tot de voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel van klager. Gebleken is tevens dat de Officier van Justitie afstand heeft gedaan van hoger beroep. Gelet hierop zal de beroepscommissie
voor de beoordeling van het onderhavige beroep zich beperken tot een beoordeling ex tunc, hetgeen inhoudt dat geen acht zal worden geslagen op voormelde uitspraak.

Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in haar overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat weliswaar het voornemen bestaat ten behoeve van klager een machtiging voor begeleid verlof aan te vragen, maar dat ten tijde van de bestreden beslissing nog geen sprake was van verlof dan
wel
resocialisatie. Een overplaatsing naar de GGzE De Grote Beek te Eindhoven – indien al wenselijk – was derhalve nog niet aan de orde. De afwijzende beslissing van de Staatssecretaris op het verzoek tot overplaatsing is derhalve niet onbegrijpelijk en
evenmin in strijd met de door de Minister van Justitie tijdens een eerdere procedure gedane toezegging. Deze toezegging hield blijkens de uitspraak van 11 juni 2007 met nummer 06/2479/TB in dat wanneer een resocialisatietraject aan de orde is, bekeken
kan worden of klager geplaatst kan worden in de regio Eindhoven. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. E.J. Hofstee, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 24 april 2009

secretaris voorzitter

Naar boven