Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0272/GA, 23 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/272/GA

betreft: [klager] datum: 23 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 januari 2009 van de beklagcommissie bij de locatie Haarlem

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Haarlem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het niet in behandeling nemen van een aanvraag voor verlof;
b. de bejegening en bedreiging van klager door een p.i.w.-er.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft te lang over de behandeling van de klacht gedaan. Tijdens het rogatoir verhoor heeft klager niet voldoende tijd gekregen om zijn
verhaal te doen. De BSD heeft de verlofaanvraag afgewezen nog voordat zij op de hoogte waren van een lopende zaak. De afwijzing is klager mondeling medegedeeld. Op schriftelijke verzoeken om een gesprek is geen antwoord gekomen. Deze brieven zijn door
de inrichting vernietigd. Nadat klager in hongerstaking was gegaan, kreeg hij de directeur te spreken.
Wat betreft de bedreiging door een p.i.w.-er heeft klager aangifte gedaan bij de politie. Hij is op 2 oktober 2008 door de politie gehoord. Klager mocht dit onderdeel van de klacht tijdens het rogatoir verhoor niet toelichten. Klager had dood kunnen
gaan door de honger-en dorststaking en wil dat een onafhankelijke instantie onderzoek doet door enkele getuigen op te roepen. Klager verzoekt door de beroepscommissie te worden gehoord.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft hij omtrent de klacht over de p.i.w.-er aangevoerd dat de politie onderzoek hiernaar heeft gedaan en geen grond zag voor een strafrechtelijk onderzoek.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht en wijst het verzoek van klager om hem en enkele getuigen te horen af.

a.
Op grond van artikel 26, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde worden toegestaan de inrichting te verlaten. Ingevolge artikel 17 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting worden beslissingen op verzoeken om algemeen verlof genomen door
de minister van Justitie of de directeur van de penitenitaire inrichting.
De directeur heeft het verzoek van klager om algemeen verlof niet in behandeling genomen. De wet kent echter niet de mogelijkheid van het buiten behandeling laten van een aanvraag voor algemeen verlof. De directeur had een beslissing dienen te nemen
ook
al is de directeur van oordeel dat de aanvraag zou moeten worden afgewezen. Nu een beslissing achterwege is gebleven, is onderhavig beroep gegrond en dient het beklag na vernietiging van de uitspraak, in zoverre alsnog gegrond te worden verklaard. De
beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 5,=.

b.
De bejegening van klager door een p.i.w.-er is geen beslissing van de directeur waartegen beklag op grond van artikel 60 van de Pbw openstaat. De beklagcommissie had klager derhalve niet-ontvankelijk in dit onderdeel van zijn beklag dienen te
verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft onderdeel a van het beklag gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart. het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Wat betreft onderdeel b van het beklag vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in dit onderdeel van het beklag.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 23 april 2009

secretaris voorzitter

Naar boven