Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2937/GA, 7 mei 2009, beroep
Uitspraakdatum:07-05-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2937/GA

betreft: [klager] datum: 7 mei 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 oktober 2008 van de beklagcommissie bij de locatie Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 april 2009, gehouden in de locatie Zoetermeer, zijn gehoord klager en de unit-directeur van de locatie Lelystad [...].

Klagers raadsvrouw mr. P.M. Breukink heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen, heeft om aanhouding van de behandeling van de zaak verzocht en het beroep schriftelijk nader toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de prijzen in de winkel en
b. klager heeft op 8 en 9 juli 2008 verschillende versproducten en verjaardagskaarten niet ontvangen omdat de winkel bestellingen eerst aan het detentiecentrum Lelystad (DCL) levert.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Voorop wordt gesteld dat de beklagcommissie het beklag niet voortvarend heeft behandeld c.q. niet tijdig uitspraak heeft gedaan en dat het beroep alleen al op grond hiervan gegrond verklaard dient te worden.
Er wordt niet via een vast roulatiesysteem uitgeleverd door de winkel omdat het DCL altijd als eerste aan de beurt is. Klager voelt zich hierdoor benadeeld. Na het DCL wordt aan het huis van bewaring uitgeleverd en daarna pas aan de gevangenis. Klager
heeft herhaaldelijk aardbeien besteld, welke niet aan hem zijn geleverd. Hierdoor wordt klager dus wel degelijk geraakt in zijn individuele belangen. Klager is een levenslange gevangenisstraf opgelegd.
In de gedecovergadering is over de levering door de winkel meermalen gesproken, maar dit heeft geen resultaat gehad. De winkel heeft aangegeven dat inderdaad het DCL als eerste geleverd krijgt. Ook de inkomstenafdeling A is altijd als eerste aan de
beurt in verband met de snelle roulatie op de afdeling. De directeur onderschrijft het standpunt dat er geen algeheel sluitend roulatiesysteem is. De beklagcommissie heeft zich niet uitgelaten over de winkelprijzen. Verzocht wordt om alsnog een oordeel
te geven over dit onderdeel van het beklag. klager refereert zich op dit punt aan het oordeel van de beroepscommissie.
Voorts wordt verwezen naar 03/2436/GA d.d. 16 december 2003.
Verzocht wordt om het beroep gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
In de brief van de directeur van 11 september 2008 wordt juist geschetst op welke wijze de winkelartikelen worden uitgeleverd. De H-afdeling was telkens de laatste afdeling die aan de beurt was. Als je op zondagavond de bestellijst invult en de
uitlevering op donderdag plaatsvindt, zou je verwachten dat er genoeg tijd is om winkelartikelen bij te bestellen. Niet teruggekoppeld werd dat bepaalde artikelen niet konden worden geleverd. Een verjaardagskaart zou een maand van tevoren besteld
moeten
worden om deze daadwerkelijk op tijd geleverd te krijgen. Inmiddels is er wat verbetering. Aan de afdeling wordt nu éénmaal in de maand op maandag geleverd. De directeur doet echt wel zijn werk. De winkelprijzen zijn echter erg hoog. Een klein doosje
eieren kost bijvoorbeeld € 2,30. Bij het beklag is een oude winkellijst van augustus 2008 gevoegd. De prijzen zijn inmiddels verhoogd. De winkel vaart zijn eigen koers en is rommelig. Klager is als levenslang gestrafte afhankelijk van de winkel. Op
klachten wordt onvoldoende gereageerd. De problemen met de winkel zijn de directeur aan te rekenen.

De directeur heeft in beroep aangevoerd dat de beklagcommissie op juiste en verantwoorde wijze de klacht heeft beoordeeld. Er is sprake van uitlevering van bestelde boodschappen volgens een voor iedere gedetineerde geldende regeling. Klager is niet
individueel getroffen in zijn belangen. Op grond daarvan is klager niet-ontvankelijk. Dit wil niet zeggen dat de klachten niet serieus worden genomen. De winkel is een terugkerend agendapunt bij gedecobesprekingen. Bevestigd wordt dat de winkel niet
optimaal draait. Er wordt gestreefd naar een betere afstemming.
De winkel rekent geen exorbitante prijzen, maar de winkel moet wel beheerd kunnen worden en een deel van de arbeidskosten kunnen dekken. De prijzen kunnen niet gelijk zijn aan de prijzen, die een grote supermarkt in de stad rekent.
Verwezen wordt naar de brief van de directeur van 11 september 2008, waarin het roulatiesysteem wordt beschreven. Het DCL, waarin zeer kort gestraften zijn geplaatst, bestelt via de webshop en rekent direct af. Om die reden wordt aan het DCL als eerste
geleverd. In het huis van bewaring en de gevangenis wordt nog op de oude manier afgerekend. Een bestelformulier wordt ingevuld en bezien wordt of er voldoende op de rekening-courant staat.
De winkel dient van te voren in te kopen en koopt in op een moment dat nog niet bekend is wat er besteld wordt.

3. De beoordeling
Klagers raadvrouw mr. P.M. Breukink heeft verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden omdat zij verhinderd is om ter zitting te verschijnen en heeft schriftelijk het beroep nader toegelicht.
De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken en de behandeling ter zitting voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klagers raadsvrouw om de behandeling van de zaak aan te houden af.
De beroepscommissie stelt voorop dat zij het zeer wenselijk acht dat binnen de termijn van art.67, eerste lid, van de Pbw door de beklagcommissie op een beklag wordt beslist, maar dat de wetgever geen gevolgen heeft verbonden aan overschrijding van
deze
termijn.

De beklagcommissie heeft niet expliciet uitspraak gedaan ten aanzien van onderdeel a. van het beklag. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie dit onderdeel van het beklag zelf afdoen en niet terugverwijzen naar de beklagcommissie. Zij is
van oordeel dat dit onderdeel van het beklag geen beslissing betreft in de zin van artikel 60, eerste lid, van de Pbw en zal klager alsnog niet-ontvankelijk in dit onderdeel van het beklag verklaren.

Voor wat betreft onderdeel b. overweegt de beroepscommissie dat sprake is van een beklagwaardige beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, Pbw. Zij zal in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvangen in het
beklag. Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat door de directeur niet is betwist dat klager de betreffende winkelartikelen niet heeft ontvangen. Omdat niet teruggekoppeld is dat de bestelde winkelartikelen niet konden worden geleverd, is bij
klager de verwachting gewekt dat de artikelen toch zouden worden geleverd. De beroepscommissie is van oordeel dat een dergelijke afhandeling van klagers bestelling niet als redelijk of billijk kan worden aangemerkt en zal op dit punt het beroep gegrond
verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij kent aan klager ter zake een tegemoetkoming toe van
€ 20,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager ten aanzien van onderdeel a. van het beklag alsnog niet-ontvankelijk in het beklag. Zij vernietigt ter zake van onderdeel b. van het beroep de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog ontvankelijk
in het beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager ter zake een tegemoetkoming toe van
€ 20,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, mr. M. Boone en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 mei 2009

secretaris voorzitter

Naar boven