Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0219/GB, 27 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:27-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/219/GB

Betreft: [klager] datum: 27 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 januari 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar Unit 2 van de Dordtse Poorten afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 19 december 2006 gedetineerd. Hij verblijft in Unit H van de PI Tilburg.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het gaat klager niet om de reisafstand, maar de omstandigheden waarin klagers bezoek de reis moet afleggen. Klagers moeder is vanwege haar gezondheid niet in staat ver te reizen. Klager verwijst naar een ‘bericht huisarts na operatie’ van het Albert
Schweitzer ziekenhuis van december 2008. Klager heeft nog een strafrestant van zes jaar en wenst zijn moeder frequenter te zien.
Het andere punt waarom zijn overplaatsingsverzoek is afgewezen betreft een werkafspraak van de selectiefunctionaris. Deze werkafspraak houdt in dat overplaatsing op eigen verzoek eerst na een jaar verblijf eventueel wordt gehonoreerd. Klager moest de
gevangenis BGG te Vught verlaten wegens het sluiten van deze gevangenis. De betreffende gedetineerden konden hun voorkeur aangeven naar welke inrichting zij wilden worden geselecteerd. Klager heeft om plaatsing in de Dordtse Poorten gevraagd, maar
werd
wegens plaatsgebrek geplaatst in de PI Tilburg. Wegens deze omstandigheden is klager van mening dat het verblijf van één jaar in zijn situatie niet billijk is.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van het verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 10 november 2008 vanuit de BGG Vught overgeplaatst naar de gevangenis Tilburg. Klager heeft kennelijk direct na binnenkomst een overplaatsingsverzoek ingediend voor de locatie Dordtse Poorten. Dit verzoek is afgewezen omdat klager
recentelijk vanuit Vught naar Tilburg is overgeplaatst. In de beschikking van 5 november 2008 is aan klager medegedeeld dat aan zijn verzoek niet voldaan kon worden vanwege incidenten in de inrichting van zijn voorkeur en de beschikbare celcapaciteit
in
de regio Rotterdam. Om te voorkomen dat een gedetineerde voortdurend op grond van een eigen verzoek wordt overgeplaatst is er op het Bureau Selectiefunctionarissen een werkafspraak gemaakt dat een verzoek van een gedetineerde, afgezien van bijzondere
omstandigheden, na twaalf maanden verblijf voor een positieve beslissing in aanmerking komt. Ondanks die afspraak wordt ieder verzoek afzonderlijk beoordeeld.
Klager geeft aan dat zijn bezoek uit Dordrecht afkomstig is en niet in staat is naar Tilburg te reizen. Volgens de reisplanner van de NS is de reistijd per trein iets meer dan een half uur en de reistijd is derhalve alleszins redelijk en acceptabel te
noemen. In zijn beroepschrift stelt klager dat zijn moeder medisch gezien niet in staat is de afstand te overbruggen en hiertoe heeft hij een brief van het Albert Schweitzer ziekenhuis bijgevoegd. Deze brief zegt echter niets over de medisch
beperkingen
van klagers moeder.
De capaciteitsproblematiek is nog steeds actueel in de regio Rotterdam en een plaatsing aldaar is op dit moment geen reële optie.
In de rapportage staat dat klager tijdens een eerder detentie in de Dordtse Poorten een personeelslid ernstig heeft bedreigd. Om die reden is klager daar destijds ook weggeplaatst en het is niet verantwoord klager daar weer te plaatsen.
Van een overplaatsing vanuit de BGG te Vught in verband met verbouwingen is de selectiefunctionaris niets bekend.

4. De beoordeling
4.1. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen door klager naar voren is gebracht met betrekking tot problemen voor zijn moeder om hem te kunnen bezoeken kan dit oordeel niet anders maken, nu inherent aan detentie is dat er voor het bezoek enig ongemak ontstaat terwijl onvoldoende is
gebleken van omstandigheden die het bezoek voor zijn moeder zeer bezwaarlijk maken. Klager heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt hoe lastig het is voor zijn moeder om naar Tilburg te reizen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 27 april 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven