nummer: 09/322/GA
betreft: [klager] datum: 27 maart 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 januari 2009 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.) Amsterdam, betreffende de vermissing van goederen na overplaatsing naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van het h.v.b. Amsterdam in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. S. Bijl, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. Ontvankelijkheid
De beklagrechter heeft kennelijk slechts een tussenbeslissing willen geven door de zaak ter verdere behandeling te verwijzen naar de beklagcommissie bij de nader genoemde inrichting. Daarmee is strijdig dat klager niet ontvankelijk in zijn beklag is
verklaard, hetgeen immers een eindbeslissing is. De beroepscommissie zal deze onjuistheid als niet geschreven beschouwen. Daardoor resteert de tussenbeslissing, waartegen echter geen beroep open staat. Klager kan derhalve niet in zijn beroep worden
ontvangen.
Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat de verwijzing naar de beklagcommissie bij het h.v.b. Alphen aan den Rijn haar juist voorkomt, nu de aansprakelijkheid voor de vermissing van goederen op de ontvangende inrichting overgaat, nadat deze voor
ontvangst van de goederen heeft getekend, en daarvan is in deze sprake.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep en verstaat dat de beklagcommissie bij het h.v.b. Alphen aan den Rijn de zaak verder zal behandelen.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 maart 2009
secretaris voorzitter