Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3319/GB, 23 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:23-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/3319/GB

Betreft: [klager] datum: 23 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de op 17 december 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is op 25 februari 2009 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot beëindiging van zijn deelname aan een penitentiair programma (p.p.) met terugplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Haarlem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 maart 2005 gedetineerd. Klager nam deel aan een p.p. Hij was administratief ondergebracht bij de PIA Haarlem. Op 13 november 2008 is beslist tot beëindiging van deelname aan het p.p. en is hij teruggeplaatst naar het h.v.b. Haarlem.
Op 9 december 2008 is hij geplaatst in paviljoen A van de locatie Westlinge te Heerhugowaard, een gevangenis waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij moest plassen in een gewoon willekeurig bekertje en hij heeft toen onmiddellijk mevrouw [A] van de reclassering gebeld en haar verteld dat de urinecontrole niet goed was gegaan. Zij begon over een contra-expertise, maar zij ging niet in op wat
klager haar vertelde over het plassen in een gewoon bekertje.
Klager had via een uitzendbureau een baan gevonden, maar hij mocht niet werken zonder toestemming van de reclassering. Mevrouw [A] werkte echter tegen. Zij is telefonisch te keer gegaan tegen een werknemer van een uitzendbureau dat werk voor klager
had.
Klager zou door de werkgever worden opgehaald voor het werk en weer worden teruggebracht. Dit werd door mevrouw [A] niet toegestaan. Klager was niet telefonisch bereikbaar voor uitzendbureaus/werkgevers, omdat hij zijn telefoon in een kluisje had
moeten
doen. Mevrouw [A] bemoeide zich ook met privé-zaken van klager, waar zij niets mee te maken had.
Bij ET is hij eenmaal tien minuten te laat gekomen. Dit was om hen te testen, maar uiteindelijk niet handig van hem.
In Heerhugowaard heeft hij twee- tot driemaal een urinecontrole gehad en was zijn urine schoon. Klager zit een gevangenisstraf uit van acht jaar. Hij zou graag op een normale manier zijn teruggekeerd in de maatschappij. Op 14 april 2009 wordt hij in
vrijheid gesteld.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is na constatering van het gebruik van cannabis alsmede het niet kunnen voldoen aan de invulling van de dagbesteding teruggeplaatst naar een h.v.b.-regime. Aansluitend heeft herselectie plaatsgevonden en is klager in een b.b.i. met een regime
als
bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting geplaatst. De beslissing is genomen op grond van ambtshalve aangeleverde informatie, waaruit kan worden afgeleid dat klager zich niet kan/wil conformeren aan de
regelgeving zoals die is vastgesteld voor p.p./ET. De afgenomen urinecontrole geeft een positieve uitslag en is ook in het bevestigingsonderzoek positief bevonden. Ten aanzien van deelname aan het p.p. blijkt klager zich weinig coöperatief te hebben
opgesteld. Hij voldeed niet aan de gestelde criteria, hetgeen voldoende aanleiding gaf tot het uitplaatsen.

4. De beoordeling
Klagers p.p. is beëindigd op grond van een positieve score op THC na een urinecontrole. In het daaropvolgende bevestigingsonderzoek was de score wederom positief op THC. Bovendien voldeed klager niet aan de invulling van de dagbesteding. In de
verklaring van de reclasseringsmedewerker van 4 november 2008 wordt een beeld geschetst van klager sinds de start van het p.p./ET traject vanaf 22 september 2008. Hieruit komt naar voren dat klager geen eigen initiatief of verantwoordelijkheid neemt
voor terugkeer in de maatschappij en het vinden van een baan, ondanks voldoende gelegenheid hiertoe. Klager komt niet betrouwbaar over. Er kan niet gesproken worden over resocialisatie bij klager of een positief verloop van het p.p./ET-traject en het
advies aan de directeur van de PIA Haarlem is dan ook om klager in te sluiten en het traject te bee?ndigen.
De beroepscommissie is, gelet op voornoemde feiten en omstandigheden, van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager
als verweer heeft aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 maart 2009.

secretaris
voorzitter

Naar boven