Nummer: 08/3137/GB en 08/3289/GB
Betreft: [klager] datum: 9 maart 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. H. Gaasbeek, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen op 27 november en 17 december 2008 genomen beslissingen van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zutphen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 20 januari 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring
(h.v.b.) De Karelskamp te Almelo. Op 21 november 2008 is hij geplaatst in de gevangenis Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft zich goed gedragen in de inrichting, totdat zich problemen voordeden met een medewerker van het BSD. Ten aanzien van klager is ook een gunstig reclasseringsrapport uitgebracht.
Klager ontving op 15 september 2008 een selectiebeslissing voor de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Doetinchem. Nadat aan klager eerst werd medegedeeld dat het gestapeld traject was goedgekeurd, deelde de betreffende medewerker van de BSD klager
echter mede dat de selectie niet zou doorgaan. Klager voelt zich heen en weer geslingerd door het telkens wijzigende beleid. Hij is hierover slecht geïnformeerd. Klager raakte hierdoor zeer gefrustreerd. De gewekte hoop en verwachtingen werden de bodem
ingeslagen.
Klager heeft nimmer bedoeld de betreffende medewerker van de BSD te bedreigen. Hij heeft zich ongelukkig uitgedrukt. Met zijn opmerking wilde hij zijn machteloosheid aantonen. Klager heeft mondeling zijn excuses aangeboden aan de directeur en
schriftelijk aan de betreffende medewerker.
Klager vindt het onterecht dat de bestreden beslissing slechts is genomen na een enkel incident. In het h.v.b. De Karelskamp is klager bekend als een zeer vriendelijke en gehoorzame man, die zich volledig inzet om zijn detentie zo goed mogelijk te
doorlopen. Klager verwijst naar een verklaring van twee personeelsleden die bevestigen dat klager zich correct en beleefd opstelt en goed corrigeerbaar is.
Klager is in de bezwaarfase niet gehoord. Klager vindt dit een onjuiste gang van zaken. Bovendien herkent hij zich niet in de beweringen die door de selectiefunctionaris over zijn persoon worden gedaan.
De selectiefunctionaris heeft telefonisch tegenover de gemachtigde van klager aangegeven dat zij het niet eens was met de uitspraak van 10 december 2008 van de voorzitter van de beroepscommissie (08/3176/GB), waarbij het verzoek om schorsing van de
tenuitvoerlegging van de selectiebeslissing werd toegewezen. Per brief van 17 december 2008 handhaaft de selectiefunctionaris haar eerder genomen beslissing, zonder in te gaan op de bezwaren van de voorzitter van de beroepscommissie. De positieve
rapportages over klager zijn niet meegewogen in de beslissing. De beslissing is derhalve onzorgvuldig voorbereid.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft een personeelslid onheus bejegend en zelfs bedreigd. De impact van de bedreiging was bij het betreffende personeelslid groot. Omdat klager reeds in
aanmerking kwam voor een gestapeld traject, is besloten hem niet in beperkte gemeenschap te plaatsen (BGG) maar in een normaal beveiligde inrichting met een algeheel regime. Hiermee is rekening gehouden met zijn eerdere gedrag. Wanneer er volgens
klager
iets niet naar zijn zin gaat en hij direct terugvalt naar bedreigingen, heeft de selectiefunctionaris geen vertrouwen meer om hem meer vrijheden te verlenen.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zutphen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Het uiten van bedreigingen jegens een personeelslid biedt in beginsel voldoende grond de plaatsing van een gedetineerde in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) op te schorten. In onderhavige zaak is aannemelijk geworden dat er sprake is
van een enkel incident als hiervoor bedoeld, terwijl uit de stukken blijkt dat klager zich verder in de inrichting goed heeft gedragen. Uit de bestreden beslissing kan niet blijken van een afweging tussen de beide hiervoor genoemde aspecten zodat de
bestreden beslissing onvoldoende is onderbouwd. Het beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard. Op 23 december 2008 is klager als passant ter herselectie geselecteerd voor het h.v.b. Zutphen. Gelet hierop en artikel 73, vierde lid, juncto
artikel
68, derde lid onder c, van de Pbw volstaat de beroepscommissie met een vernietiging van het bestreden besluit. Zij gaat er daarbij vanuit dat de selectiefunctionaris op korte termijn alsnog nagaat of klager voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking
komt. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 9 maart 2009
secretaris voorzitter