Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0388/GV, 2 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/388/GV

betreft: [klager] datum: 2 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 februari 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Omstreeks 14 maart 2009 wordt via TR en het b.s.d. een verzoek tot herselectie ingediend om klager naar Stichting Exodus over te plaatsen. Dat verzoek wordt door hen ondersteund alsook door Stichting Exodus. Aan dezelfde selecteur, die tweemaal het
verzoek om algemeen verlof heeft afgewezen, wordt dan om goedkeuring gevraagd. Klager wil graag bewijzen dat hij zich aan de regels houdt tijdens algemeen verlof. Hij wil graag met algemeen verlof voordat hij geselecteerd wordt voor Stichting Exodus.
Bovendien is het krom. De trajectbegeleider zet zich in voor overplaatsing naar Stichting Exodus, maar adviseert negatief ten aanzien van de verlofaanvraag. Klager functioneert bovendien goed in de inrichting. Het OM adviseert negatief omdat klager op
10 oktober 2006 tijdens zijn verlof een delict heeft gepleegd. Hij is hiervoor veroordeeld. Er resteert nog maar negen maanden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager komt sinds 1995 regelmatig in contact met politie en justitie. Hij werd destijds door de kinderrechter veroordeeld tot een PIJ-maatregel van twee jaar wegens zware mishandeling. Die maatregel is tweemaal verlengd met anderhalf jaar. In de
laatste
fase verbleef klager in de Hartelborgt waar hij opnieuw een delict pleegde tijdens verlof. Sindsdien verblijft klager in detentie met uitzondering van de periode 4 oktober 2005 tot 22 november 2005. Op 10 november 2006 heeft klager wederom tijdens
verlof een nieuw strafbaar feit gepleegd.
Klagers detentie wordt gekenmerkt door het uiten van verbale en fysieke agressie richting medegedetineerden en personeel. Op 4 april 2007 ontving de bevolkingsadministratie van de gevangenis De IJssel informatie van het OM dat er aanwijzingen waren dat
klager ontvluchtingsplannen had. Klager werd daarop op de landelijke afzonderingsafdeling te Vught geplaatst. Hij werd ook op de lijst GVM plaatst. Op 11 december 2007 werd klager op de b.g.g.-afdeling van de locatie Zoetermeer geplaatst. Van daaruit
werd klager op 18 augustus 2008 overgeplaatst naar de b.g.g.-afdeling van de locatie De Schie, wegens ernstige bedreigingen jegens het personeel in de locatie Zoetermeer. Wegens de voorbereiding op zijn terugkeer in de maatschappij werd klager op 6
november 2008 voorgesteld voor plaatsing in een regime van algehele gemeenschap. Op 8 januari 2009 is klager overgeplaatst naar de gevangenis de Schie.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis De Schie te Rotterdam heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Klager verblijft kort op de gevangenisafdeling. Daardoor is nog onvoldoende zicht om te kunnen beoordelen of klager met vrijheden zou
kunnen omgaan.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Haag heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen elke verlening van verlof, in elk geval gedurende de periode dat sprake is van voorarrest.
De trajectbegeleider adviseert negatief. De trajectbegeleider is van mening dat prioriteit gegeven moet worden aan her realiseren van het zorg/begeleidingstraject.
De politie heeft geen bezwaar tegen het opgegeven verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, wegens – kort gezegd – diefstal met geweldpleging. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 18 november 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De beroepscommissie overweegt dat bij de beslissing op een verzoek om verlof een afweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het belang van de gedetineerde bij een goede en tijdige voorbereiding van zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds
het belang van de samenleving bij een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde straf.
De beroepscommissie overweegt dat, mede gezien het feit dat uit het Justitiële Documentatieregister – bijgevoegd bij het verweerschrift van de Staatssecretaris – blijkt dat klager sinds 1995 veelvuldig in aanraking is gekomen met justitie, dat hij
meermalen veroordeeld is voor o.a. diefstal met geweld, waarvoor hij thans wederom gedetineerd is en hij bovendien tijdens eerder verleende verloven strafbare feiten heeft gepleegd, het belang van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde
straf
zwaarder weegt. De beroepscommissie is tevens van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a en b van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 maart 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven