nummer: 08/2838/GM
betreft: [klager] datum: 27 februari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zoetermeer,
alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 29 oktober 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het Ministerie van Justitie.
Ter zitting van de beroepscommissie van 5 februari 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Zoetermeer is niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 3 oktober 2008, houdt in dat klager geen adequate medische behandeling is geboden en dat klager ten onrechte arbeidsgeschikt is bevonden.
2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende aangevoerd. De inrichtingsarts is op klagers afdeling gekomen, maar heeft alleen met personeel gepraat. Na invulling van een spreekbriefje kwam de inrichtingsarts na een week weer, maar ze heeft toen niet eens naar klagers
hand
gekeken. Klager mist twee pezen bij zijn rechterduim en is in het verleden geopereerd om die duim omhoog te zetten. Na zijn arrestatie, waarbij hij handboeien omkreeg en aan die handboeien werd opgetild, hangt de duim weer en als hij hem te veel
gebruikt, heeft hij er last van. Zijn rechterhand tintelt nog steeds. Hij kan er ’s nachts niet van slapen. De inrichtingsarts heeft zijn klachten niet serieus genomen. Ze zei dat hij kartonnetjes kon vouwen, computeren en zijn vogels kon doen en dus
gewoon kon werken. Klager had toentertijd werk, waarbij hij met zijn duim een ijzeren veertje op een plasticje moest duwen. Hij is rechtshandig en hij belastte met deze werkzaamheden continu zijn duim. Volgens de inrichtingsarts kon klager gewoon
pijnstillers en slaapmiddelen slikken. Ze heeft niet naar zijn hand gekeken. Hij is naar het ziekenhuis geweest en volgens de neuroloog moet zijn hand rust hebben, anders zal hij waarschijnlijk weer geopereerd moeten worden.
Namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.
Klager is sinds zijn binnenkomst gezien door de medische dienst en behandeld voor zijn klachten. Verwezen wordt naar de medische informatie. Na onderzoek door de neuroloog is een brief van de neuroloog van 3 november 2008 ontvangen met het advies dat
klager het rustig aan moest doen. Als de klachten zouden blijven bestaan, wordt het consult herhaald. In de inrichting is voor vrijwel iedereen een passend werkaanbod te realiseren. Werk in detentie is meer dan werk alleen en is tevens een zinvolle
dagbesteding.
3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat door klager is gesteld dat de inrichtingsarts hem niet heeft onderzocht naar aanleiding van zijn klachten en dat zij hem arbeidsgeschikt heeft bevonden op grond van informatie die afkomstig was van het personeel. Dit
is
niet betwist door of namens de inrichtingsarts en de medische informatie wijst ook niet in een andere richting.
Uit het schrijven van de neuroloog van 3 november 2008 blijkt dat bij klager sprake is van een carpaal tunnelsyndroom en dat hij de belastbaarheid van zijn rechterhand voorlopig dient te beperken.
Gelet op het bovenstaande acht de beroepscommissie aannemelijk geworden dat klagers klachten onvoldoende serieus zijn genomen en dat hij, gelet op de aard van de toentertijd door hem te verrichten werkzaamheden, ten onrechte arbeidsgeschikt is
bevonden.
Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en aan klager wordt een tegemoetkoming van € 50,= toegekend.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie Zoetermeer toekomende tegemoetkoming op € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 februari 2009
secretaris voorzitter