Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2963/GM, 27 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2963/GM

betreft: [klager] datum: 27 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 4 november 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 februari 2009, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager, die afstand heeft gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen, noch de inrichtingsarts van de p.i. Amsterdam ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 11 september 2008, houdt in dat klagers medische klachten niet serieus worden genomen.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager is verschillende medicatie voorgeschreven voor zijn maagklachten, terwijl hij nooit in het ziekenhuis is onderzocht. Hij wil geen proefkonijn zijn en heeft besloten om de medicatie niet in te nemen.
Klager is elf kilo afgevallen en de inrichtingsarts weet niet wat voor ziekte hij heeft. Als klager om hulp vraagt, blijft het bij een bezoekje van de inrichtingsarts. Hij is erg ongerust. Klager is inmiddels overgeplaatst.

Namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen.
Klagers langdurige maagklachten hangen samen met zijn leefstijl. Het resultaat van de endoscopie van 8 oktober 2007 is opgevraagd en daaruit bleek geen onrustbarende diagnose. Klager is boos van het spreekuur weggelopen. Hij is op cel bezocht en
onderzocht door de inrichtingsarts. Klager is een dieetadvies gegeven en medicatie voorgeschreven. Vervolgens heeft hij geweigerd om op het spreekuur van de inrichtingsarts en het spreekuur van de verpleegkundige te komen. Hij is opnieuw gezien en
onderzocht door de inrichtingsarts. Er is een afspraak gemaakt voor een bloedonderzoek in afwachting van een nieuwe endoscopie. Voordat de endoscopie gerealiseerd kon worden, is klager overgeplaatst.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken, waaronder de HIS-gegevens, volgt dat klagers medische klachten toe te schrijven zijn aan zijn leefpatroon. De inrichtingsarts heeft klager meermalen onderzocht, hem een dieetadvies gegeven en passende
medicatie voorgeschreven. Klager heeft vervolgens geweigerd om het spreekuur van de inrichtingsarts en de verpleegkundige te bezoeken. Voorts is een bloedonderzoek aangevraagd en zou er een afspraak worden gemaakt voor een nieuwe endoscopie. Voordat
deze nadere onderzoeken konden plaatsvinden, is klager echter overgeplaatst naar een andere penitentiaire inrichting. De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van of namens de
inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven