Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1873/GV, 29 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1873/GV

betreft: [klager] datum: 29 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 juli 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij wil graag met verlof om enkele privé-zaken te regelen, zoals bankzaken voor hemzelf en voor zijn kinderen. Ook wil klager uitzoeken waar zijn spullen zijn opgeslagen sinds zijn uithuiszetting. Tot slot
wil hij een afspraak maken met zijn gezinsvoogd over zijn kinderen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op basis van de negatieve adviezen van het Openbaar Ministerie, de politie, de trajectbegeleiding en de inrichting is besloten klager geen verlof te verlenen. Dat klager binnen de inrichting positief gedrag vertoont, is ontoereikend voor het verlenen
van verlof.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis De Schie heeft, ondanks klagers positieve gedrag, negatief geadviseerd vanwege de overige negatieve adviezen ten aanzien van de verlofaanvraag.
De Advocaat-Generaal bij het ressortparket te Amsterdam heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen verlening van verlof gelet op de aard van het delict en de mogelijkheid van slachtofferconfrontatie.

De politie Kennemerland heeft aangegeven bezwaar te hebben vanwege mogelijke slachtofferconfrontatie en telefonische bedreigingen geuit door klager aan zijn ex-vrouw.
Het hoofd coördinatiebureau TR Rijnmond heeft negatief geadviseerd omdat gezien de aard en de ernst van het delict eerst de thuissituatie inzichtelijk gemaakt dient te worden.

3. De beoordeling
Klager is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf. Tegen die veroordeling is beroep in cassatie ingesteld.

Uit de overgelegde en hiervoor beschreven adviezen komt duidelijk naar voren dat een reële kans op slachtofferconfrontatie niet uitgesloten geacht kan worden en dat de thuissituatie van klager inzichtelijk gemaakt moet worden, aangezien er op
verschillende leefgebieden aandachtspunten zijn geconstateerd.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden contra-indicaties vormen voor verlofverlening. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden
zoals bedoeld in artikel 4, onder b en g, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven