Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0760/TA, 28 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/760/TA

betreft: [klager] datum: 28 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPI De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 15 februari 2008 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 31 juli 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...] en [...] en [...],
juridisch medewerkers en [...], hoofd behandeling.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de inbeslagname van een boek.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het betreffende boek ‘En ze noemen het liefde’ met als ondertitel ‘pedofilie, ontucht en sekstoerisme’ van Ireen van Engelen
bevat
passages uit brieven van pedofielen die als sterk pedoseksueel pornografisch, dan wel als harde pornografie kunnen worden getypeerd. Het boek zal klagers fantasie prikkelen en stimuleren. Het zal zijn fantasieën eerder aanwakkeren dan reguleren.
Wetenschappelijk onderzoek heeft een samenhang aangetoond tussen het consumeren van pedofiele pornografie en het plegen van pedoseksuele delicten. Het kan ook gevolgen hebben voor de sexuele geaardheid. Het voorhanden hebben van voornoemde lectuur kan
een aanzet zijn in de aanloop naar pedoseksuele delicten, wat er ook zij van klagers plaatsing binnen een longstayvoorziening. Uit de huisregels volgt dat pornografie niet is toegestaan. Voorts kan het hoofd van de inrichting op grond van artikel 44,
derde lid, Bvt bepalen dat klager een hem toebehorend voorwerp niet in zijn persoonlijke verblijfsruimte mag plaatsen of bij zich mag hebben.
Het boek frustreert een ongestoord verloop van de verpleging en is strijdig met de opdracht tot het terugdringen van het recidiverisico. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren dat op klagers afdeling patiënten verblijven met een vergelijkbare
delictachtergrond en dezelfde seksuele voorkeur als die van klager. De aanwezigheid van het boek verdraagt zich niet met het hanteren en bewaren van een gezond leefklimaat op de afdeling. Het gegeven dat klager het boek voor lange tijd in zijn bezit
heeft gehad, doet aan het vorenstaande niet af. De inrichting was niet eerder op de hoogte van de inhoud van het boek. Verder worden de regels in de inrichting strakker gehanteerd. Klager verwijst naar een eerdere uitspraak van de beroepscommissie met
kenmerk 04/2961/TA waaruit naar voren komt dat het hoofd van de inrichting kan afwijken van een eerder gevoerd gedoogbeleid.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager sluit zich aan bij de overwegingen van de beklagcommissie. Het boek benadert pedoseksualiteit op een kritische wijze. Weliswaar bevat
het boek aanstootgevende passages, maar deze moeten beschouwd worden binnen het kritische geheel van het boek. Het boek is voor klager zelf. Klager wijst erop dat het boek niet verboden is. Naar zijn mening kan er derhalve geen sprake zijn van
kinderporno. Klager verblijft in de longstay en zal nooit meer naar buiten kunnen. De behandeling is minimaal. Klager wil zijn kennis graag delen met de schrijfster van het boek. Klager heeft het boek niet met andere patiënten gedeeld, alleen met
sociotherapie.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat niet is gebleken dat klager het betreffende boek met
andere verpleegden heeft gedeeld, noch dat de aanwezigheid van het boek de orde of de veiligheid in de inrichting heeft verstoord. Klager heeft het boek sinds enige tijd in zijn bezit, zonder dat is gebleken dat dit bij klager tot de door de inrichting
gevreesde ontsporingen heeft geleid. Verder bevat het boek weliswaar aanstootgevende passages, daarmee kan nog niet worden geconcludeerd dat sprake is van pornografisch materiaal. Hiervoor bestaat evenmin aanleiding, nu in beroep niet is bestreden dat
het boek uitgaat van een kritische houding ten opzichte van pedoseksualiteit. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. H. Heijs en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 28 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven