Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1787/GV, 18 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1787/GV

betreft: [klager] datum: 18 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 17 juli 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster om haar beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klaagster heeft het beroep als volgt toegelicht. Na haar detentie zal klaagster worden uitgezet. Haar vader woont in Nederland en is ernstig ziek. Hij kan haar niet bezoeken, hij schaamt zich ervoor een bewijs van zijn ziekte aan zijn arts te vragen.
Klaagster wil haar vader graag nog een keer zien en hem om vergiffenis vragen. Zij kan pas drie jaar na haar uitzetting naar Nederland komen, hetgeen inhoudt dat zij haar vader mogelijk nooit meer zal zien. Zij wil ook graag het graf van haar in
Nederland begraven moeder bezoeken.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster zal na haar detentie worden uitgezet. Uitzetting is een contra-indicatie voor het verlenen van verlof.

3. De beoordeling
Klaagster ondergaat een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek, wegens overtreding van de Opiumwet. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 11 november 2008.

Aan de orde is enkel klaagsters verzoek om algemeen verlof. Uit de stukken valt af te leiden, hetgeen door klaagster wordt beaamd, dat klaagster de Surinaamse nationaliteit heeft, niet beschikt over een verblijfsvergunning voor Nederland en derhalve na
haar detentie zal worden uitgezet.
Voornoemde omstandigheid vormt een weigeringsgrond voor verlofverlening en rechtvaardigt een afwijzing van klaagsters verlofaanvraag. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op
de
weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder l van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Overweging verdient nog dat hetgeen klaagster tracht te bereiken met haar aanvraag om algemeen
verlof ook bereikt kan worden met al dan niet onder voorwaarden te verlenen incidenteel verlof.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 18 augustus 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven