Nummer: 08/3242/GB
Betreft: [klager] datum: 19 februari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.J. Silvis, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 10 december 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Veenhuizen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 19 juni 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) Rotterdam te Krimpen a/d IJssel. Op 1 december 2008 is hij geplaatst in de gevangenis Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft herhaaldelijk aangegeven in de buurt van Rotterdam te willen blijven. Klagers familie, inclusief zijn echtgenote en kinderen, zijn aldaar woonachtig. Zij zijn aangewezen op het
openbaar vervoer.
Klager meent dat zijn tijdelijke illegale status geen rol mag spelen, aangezien zijn gezin wel legaal in Nederland verblijft. Hiernaast zijn er geen gronden om af te wijken van de normale procedure, inhoudende een plaatsing in een gevangenis in de
buurt
van de woonplaats van klager.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is geselecteerd voor de gevangenis Esserheem te Veenhuizen op grond van het selectievoorstel van het h.v.b. Rotterdam, waaruit naar voren komt dat klager geen
geldige verblijfstitel heeft en illegaal in Nederland verblijft. Binnen de gevangenis Veenhuizen is expertise beschikbaar voor de voorbereiding van klagers terugkeer naar het land van herkomst. Klager blijft in de gevangenis Esserheem niet verstoken
van
bezoek. Op 5 en 28 december 2008 heeft hij bezoek van zijn familie ontvangen. De vreemdelingendienst heeft laten weten dat klager voor een periode van tien jaar niet in Nederland mag verblijven. Daarvan is nu zo’n drie jaar verstreken. Omstreeks het
achtste jaar kan klager weer verzoeken om toegang tot Nederland. De IND heeft bij deze beslissing meegewogen dat klager getrouwd is en kinderen heeft.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Veenhuizen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de
bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Klager is immers niet verstoken van bezoek. Het beroep is derhalve ongegrond.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 19 februari 2009
secretaris voorzitter