Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3322/GB, 18 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:18-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/3322/GB

Betreft: [klager] datum: 18 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 december 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Utrecht te Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 9 september 2008 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte (onder meer) in het h.v.b./ISD Rotterdam. Op 8 december 2008 is hij overgeplaatst naar het h.v.b./ISD Utrecht te Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft bezwaar tegen zijn overplaatsing naar het h.v.b. in Nieuwegein. Hij verbleef in eerste instantie in het h.v.b. De Kruisberg in Doetinchem, van waaruit hij is overgeplaatst naar het h.v.b./ISD Rotterdam. Reden voor die overplaatsing was dat
klager dan dichter bij zijn bezoek geplaatst werd. Voor klagers moeder, die op leeftijd is, is de reisafstand naar Nieuwegein, ook ten aanzien van de reiskosten, bezwaarlijk. Klager kan ook zijn zoontje niet zien omdat hij naar school moet en klager
dus
niet kan bezoeken. Klager heeft aan de behandelend Officier van Justitie tijdens de pro-forma zitting gevraagd of zij er bezwaren tegen had dat klager zou worden overgeplaatst naar een inrichting dichter bij huis. Omdat klager niet langer in
beperkingen
verblijft, had de Officier van Justitie daar geen bezwaar tegen. Klager zou het liefst geplaatst worden in een h.v.b. in Zoetermeer, Alphen aan den Rijn of Rotterdam.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van het h.v.b./ISD Rotterdam heeft voorgesteld klager over te plaatsen naar een ander h.v.b.. Klager was eerder, op 26 november 2008, op sociale indicatie overgeplaatst naar het h.v.b. in Rotterdam. In dat h.v.b. verblijft tevens een
gedetineerde die op de lijst van vlucht- en maatschappelijk gevaarlijke gedetineerden (De GVM-lijst) staat vermeld. Volgens de informatie van het Gedetineerden recherche-informatiepunt doen er geruchten de ronde dat deze gedetineerde een poging tot
ontvluchting zou willen ondernemen. Die persoon is in het verleden reeds meerdere malen de detentie ontvlucht. Uit de bezoekerslijst van de inrichting blijkt dat klager deze gedetineerde heeft bezocht toen klager nog niet gedetineerd was. Om die reden
heeft de directeur van het h.v.b./ISD Rotterdam klager voorgesteld voor overplaatsing. Gekozen is voor klager omdat de andere gedetineerde al langer in Rotterdam verbleef. In drie van de vier inrichtingen waarvoor klager zijn voorkeur bij een
overplaatsing heeft uitgesproken verblijven medeverdachten in klagers strafzaak. Om die reden kan klager daar niet geplaatst worden. Gekozen is om klager te plaatsen in het h.v.b./ISD Nieuwegein. In de ogen van de selectiefunctionaris is de reisafstand
Zoetermeer, waar klagers familie vandaan moet komen, en Nieuwegein acceptabel. Zodra klager (in eerste aanleg) zal zijn veroordeeld, komt hij voor overplaatsing in aanmerking.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van het vonnis in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De overplaatsing van klager naar een h.v.b. in Rotterdam vond plaats op sociale indicatie. Dat betekent dat een verplaatsing van klager uit die regio slechts in geval van bijzondere omstandigheden zal kunnen plaatsvinden. Ervan uitgaande dat
voortzetting van de plaatsing van klager in De Schie onwenselijk werd bevonden, is de bestreden beslissing – nu er nog een h.v.b. in de regio is waar klager geplaatst zou kunnen worden – onvoldoende met redenen omkleed.
Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak.
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven