nummer: 09/176/GV
betreft: [klager] datum: 16 februari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 21 januari 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Het is juist dat de eerder overgelegde medische verklaringen gedateerd zijn, maar de situatie is nog niet veranderd. Dit kunt u nalezen in de recente verklaringen, die zijn bijgevoegd. Hieruit blijkt dat
klagers vrouw zeer ziek is. Elke week moet zij ter controle naar het ziekenhuis. Het feit dat zij elke week op bezoek komt, doet daar niets aan af. Zij moet gebracht worden. Zowel fysiek als mentaal zijn de bezoeken zwaar voor haar. Klager ziet haar
achteruit gaan. Klagers vrouw heeft voorts de zorg voor hun alleenstaande dochter en zoontje. Dit is een extra belasting. Zijn ouders zijn op leeftijd en ernstig ziek. Naaste familieleden zijn het afgelopen jaar overleden. Ondanks hun beperkingen
proberen ze klager te bezoeken. Klager heeft om strafonderbreking gevraagd in verband met de gezondheid van zijn gezin en ouders. Het zal voor hen een verlichting betekenen. Klager wil er alles aan doen om de strafonderbreking zo goed mogelijk te laten
verlopen, eventueel met enkelband. Hij wijst voorts op de positieve rapporten van het TR-traject en de reclassering.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft om strafonderbreking verzocht om zijn zieke partner en ouders te kunnen verzorgen. Zowel de partner als de ouders komen bij klager op bezoek. Op grond daarvan is een strafonderbreking niet aan de orde. Daarnaast heeft klager geweigerd om
recente medische verklaringen aan te leveren. Bij het beroepschrift heeft hij wel een recente medische verklaring met betrekking tot zijn ouders overgelegd. Deze medische verklaring is niet getoetst door de medisch adviseur.
De directeur van de locatie Grave heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
3. De beoordeling
Klager is door het gerechtshof veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek in verband met een levensdelict. Hij heeft terzake van deze veroordeling beroep in cassatie ingesteld.
Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met
een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 van de Regeling kan (onder meer) strafonderbreking worden verleend voor de verzorging van een ernstig zieke partner of ouder(s).
Klager heeft om strafonderbreking verzocht om zijn ernstig zieke partner en ouders te verzorgen. Voor de beoordeling van het verzoek om strafonderbreking is van belang of er sprake is van een ernstig zieke partner en ouders en voorts of deze verzorging
nodig hebben van klager.
Bij de stukken bevinden zich thans een recent overzicht journaalregels van de huisarts van zijn echtgenote en een recente medische verklaring van de huisarts van klagers ouders. Nu voor de beoordeling van de aard en ernst van de toestand van klagers
echtgenote en ouders een medisch oordeel gewenst is, had het voor de hand gelegen indien de Staatssecretaris alsnog het oordeel daaromtrent had ingewonnen van de medisch adviseur. Nu de Staatssecretaris dit heeft nagelaten zal het beroep daarom gegrond
worden verklaard en aan de Staatssecretaris zal worden opgedragen om binnen drie weken na verzending van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor de toekenning
van een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van drie weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 februari 2009
secretaris voorzitter