Nummer 24/41613/GM
Betreft klager
Datum 25 februari 2025
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
klager (hierna: klager)
1. De procedure
Klagers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, heeft namens klager beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de tandheelkundig adviseur dan wel het hoofd zorg van de PI Veenhuizen, locatie Norgerhaven. Klager beklaagt zich over de weigering om hem te verwijzen naar een specialist voor het ondergaan van een operatieve kaakcorrectie in combinatie met een beugeltraject gedurende zijn detentie.
De tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid is verzocht te bemiddelen. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.
De beroepscommissie heeft klager en zijn gemachtigde K. Tieland, juridisch medewerker namens mr. Blok, gehoord op de digitale zitting van 19 december 2024.
Namens de inrichtingstandarts is niemand verschenen.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Bij klager is een combinatie van orthodontie en kaakchirurgie nodig om de stand van zijn kaken te corrigeren. Gebleken is dat het dragen van een beugel niet toereikend is om de klachten te verhelpen. Al lange tijd verzoekt klager om een verwijzing zodat de operatie en de voorbereiding daartoe in gang kunnen worden gezet. Er zou echter eerst gewacht moeten worden tot de uitspraak in klagers strafzaak. Klager is inmiddels in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig jaar. Het kan nog lang duren voordat de uitspraak onherroepelijk is omdat tegen het vonnis hoger beroep is ingesteld. Er is geen sprake meer van uitstelbare zorg.
Het gevolg van het uitstellen van de ingreep is dat de stand van de kaken nog verder zal afwijken. Klagers klachten zullen verder toenemen. Het is van groot belang dat klager met spoed wordt verwezen, zodat het traject in gang kan worden gezet. De inrichtingstandarts heeft onzorgvuldig gehandeld door geen advies in te winnen bij specialisten. Daarnaast is dezelfde tandheelkundig adviseur bij de bemiddeling betrokken als degene die heeft geadviseerd in het voortraject dat tot de klacht heeft geleid. Om die reden heeft geen bemiddeling kunnen plaatsvinden.
Ter zitting heeft klager naar voren gebracht dat er geen nieuwe machtiging is aangevraagd en dat sinds zijn verblijf in detentie gedurende drie jaren niets aan zijn gebitsklachten is gedaan. Klager heeft moeite met kauwen en heeft pijnklachten. Voor aanvang van zijn detentie was een behandeling in gang gezet, maar die is sinds zijn detentie gestaakt.
Standpunt van de inrichtingstandarts
De tandarts is welwillend tegenover klager en heeft een verzoek ingediend voor een machtiging bij de tandheelkundig adviseur, maar dit verzoek is afgewezen. Afgewacht wordt of er wel of geen machtiging voor klager wordt afgegeven. Aan de hand daarvan worden verdere stappen gezet.
3. De beoordeling
Op grond van de stukken, waaronder het medisch dossier, stelt de beroepscommissie vast dat klager wil worden verwezen naar een kaakchirurg voor een (operatieve) behandeling van zijn kaak. De inrichtingstandarts was bereid om klager de behandeling te laten ondergaan en heeft een verzoek voor een machtiging ingediend bij de tandheelkundig adviseur. De tandheelkundig adviseur heeft het verzoek afgewezen.
Op grond van artikel 71b, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet kan binnen de daarvoor gegeven termijn tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts of een andere zorgverlener die met de inrichtingsarts wordt gelijkgesteld, zoals de inrichtingstandarts, een klacht worden ingediend. Dit betekent dat alleen kan worden geklaagd over het medisch handelen van de inrichtings(tand)arts. De afwijzing van de machtiging door de tandheelkundig adviseur valt niet onder het handelen van de inrichtingstandarts (vergelijk RSJ 20 november 2023, 23/32888/GM). De beroepscommissie verklaart klager daarom niet‑ontvankelijk in zijn beroep.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze uitspraak is op 25 februari 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. M.I. van den Baar-Vroon en drs. P.D.A. Schouten, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
secretaris voorzitter