Nummer: 08/3272/GB
Betreft: [klager] datum: 13 februari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 december 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en een nadere schriftelijke toelichting op het beroep van klagers raadsman, mr. P.W. Hermens, advocaat te Maastricht.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis/ISD De Geerhorst te Sittard ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 21 oktober 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring De Geerhorst te Sittard. Medio december 2008 is hij geplaatst in de gevangenis/ISD De Geerhorst, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Klager is van mening dat de bestreden beslissing onredelijk en onbillijk is, terwijl er ook sprake is van strijd met het motiveringsbeginsel. Klager is op 21 oktober 2008 aangehouden en overgebracht naar het h.v.b. De Geerhorst. Klager was voordien
niet
gedetineerd. Twee weken na binnenkomst in de inrichting onderging klager een urinecontrole waarbij een THC-gehalte werd vastgesteld van 191. Klager heeft bij aanvang van zijn detentie aangegeven dat hij buiten detentie excessief cannabisgebruiker was.
Dat was de reden voor de aangetroffen hoge THC-waarde. Een week na de eerste controle, op 11 november 2008, heeft hij andermaal een urinecontrole ondergaan en daarbij werd een THC-waarde van 200 vastgesteld. Klager is voor deze beide aangetroffen
waardes niet gesanctioneerd omdat de reden daarvoor gelegen kon zijn in het buiten detentie gebruiken van cannabis. Klager heeft vervolgens op 25 november 2008 andermaal meegewerkt aan een urinecontrole en daarbij kwam naar voren dat de THC-waarde
sterk
was gedaald, van 200 naar 60. In verband met die sterke daling heeft de directeur in het selectieadvies geadviseerd klager te plaatsen in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). De selectiefunctionaris heeft dat advies niet opgevolgd en klager
geselecteerd voor plaatsing in een normaal beveiligde inrichting. De selectiefunctionaris heeft bij zijn beslissing op het bezwaarschrift gewezen op de uitslag van de urinecontrole van 11 november 2008 en geen rekening gehouden met de sterke daling die
bleek uit de urinecontrole van 25 november 2008. Uit het selectieadvies komt naar voren dat de uitslag van de urinecontrole van 11 november 2008 geen toegevoegde waarde had, omdat die controle binnen één week na de eerste controle werd uitgevoerd.
Omdat
de afname van THC-waardes per individu verschilt, is het zeer wel mogelijk dat de op 11 november 2008 aangetroffen waarde nog steeds kan worden toegeschreven aan het cannabisgebruik van klager buiten detentie. Dat geldt des temeer nu bij de volgende
urinecontrole, twee weken later, een sterke daling van het THC-gehalte werd vastgesteld. Gelet daarop had de selectiefunctionaris in redelijkheid en billijkheid moeten besluiten klager te plaatsen in een b.b.i.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van het h.v.b. De Geerhorst heeft geadviseerd klager te plaatsen in een b.b.i. Klager heeft tijdens zijn detentie éénmaal een verslag aangezegd gekregen naar aanleiding van een te hoge THC-waarde bij gelegenheid van een urinecontrole.
Omdat
het hier een inkomstencontrole betrof, is hem toen geen disciplinaire straf opgelegd. Bij een urinecontrole die één week later werd gehouden, was de aangetroffen THC-waarde opgelopen naar 200. Ook in dit geval is klager niet gesanctioneerd, maar is hem
het voordeel van de twijfel gegeven. Bij de volgende urinecontrole, twee weken later, was de aangetroffen THC-waarde 60. Ondanks het feit dat alle aangetroffen THC-waardes boven de grenswaarde (50) lagen, is hij toch voorgedragen voor plaatsing in een
b.b.i. De selectiefunctionaris heeft klager vervolgens geselecteerd voor de gevangenis/ISD De Geerhorst. Het bezwaarschrift tegen die beslissing is ongegrond verklaard omdat de uitslag van de urinecontrole van 11 november 2008 een opbouw van
THC-eenheden liet zien ten aanzien van de eerder aangetroffen waarde, hetgeen duidt op gebruik van softdrugs in de inrichting. Dat geldt temeer nu bij de daaropvolgende urinecontrole de hoogte van het aangetroffen THC-gehalte ineens is gedaald naar 60.
Indien klager niet zou hebben gebruikt, zou er tussen de eerste en tweede urinecontrole eveneens een daling van de THC-waarde geconstateerd moeten zijn. Daarnaast geldt nog dat een THC-waarde van 50 geldt als grenswaarde voor plaatsing in een b.b.i.
Indien er sprake is van gewijzigde omstandigheden, kan klager overigens een verzoek tot overplaatsing indienen.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis/ISD De Geerhorst is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Op grond van het landelijk geldende drugsontmoedigingsbeleid komen gedetineerden die tijdens de detentie softdrugs hebben gebruikt, gedurende de op dat (aangetoonde) gebruik volgende drie maanden niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i.
4.4. Door en namens klager is gesteld dat hij tijdens zijn detentie geen (soft)drugs heeft gebruikt en dat de bij gelegenheid van een drietal urinecontroles aangetroffen THC-sporen een gevolg zijn van eerder (buiten detentie) excessief
softdrugsgebruik.
De directeur van het h.v.b. heeft klager kennelijk in die stelling gevolgd. Klager heeft bij de inkomstenurinecontrole (op 4 november 2008) positief gescoord op het gebruik van softdrugs en de aangetroffen THC-waarde bedroeg 191 (na het
herhalingsonderzoek). Vervolgens scoorde klager op 11 november 2008 wederom positief met een THC-waarde van 200. Beide aangetroffen THC-waardes waren voor de directeur geen aanleiding om klager te sanctioneren voor het gebruik van softdrugs in de
inrichting omdat de aangetroffen waardes (mogelijk) konden zijn veroorzaakt door het eerdere gebruik buiten detentie. Toen vervolgens op 25 november 2008 bij een urinecontrole een THC-waarde van 60 werd aangetroffen, heeft de directeur geconcludeerd
dat
er sprake was van duidelijke afbouw. Een en ander heeft, daarbij tevens gelet op klagers functioneren in de inrichting, ertoe geleid dat de directeur heeft voorgesteld klager te plaatsen in een b.b.i.
De selectiefunctionaris heeft aangegeven dat voor hem voldoende aannemelijk was dat klager, gelet op de uitslagen van 4, 11 en 25 november 2008, in de periode tussen 4 en 11 november softdrugs moet hebben gebruikt zodat klager, die ook bij de laatste
urinecontrole nog boven de THC-grenswaarde van 50 zat, niet in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i.
De directeur is er blijkens het selectieadvies van uitgegaan dat de hoge THC-waarde, aangetroffen op 11 november 2008, het gevolg is geweest van gebruik buiten detentie. De selectiefunctionaris stelt dat er sprake moet zijn geweest van gebruik tijdens
de detentie. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, is de op die stelling gebaseerde beslissing onvoldoende met redenen omkleed.
Het vorenstaande leidt ertoe dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 februari 2009.
secretaris voorzitter