Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2684/TB, 12 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2684/TB

betreft: [klager] datum: 12 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 20 oktober 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2008, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klagers raadsman mr. M.J.A.E. Rijssenbeek, en namens de Staatssecretaris, [...].

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager te plaatsen over te plaatsen naar de Oostvaarderskliniek te Almere.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is bij besluit van 8 mei 2003 geplaatst in de Pompekliniek. Op 28 augustus 2008 heeft klager om overplaatsing
verzocht en op 19 december 2007 heeft de Pompestichting gevraagd klager over te plaatsen. Klager zou middels een ruiling worden geplaatst in Oldenkotte, maar in verband met een opnamestop in die inrichting heeft deze overplaatsing geen doorgang kunnen
vinden De Staatssecretaris heeft op 20 oktober 2008 beslist klager over te plaatsen naar de Oostvaarderskliniek. Deze overplaatsing is op 28 oktober 2008 gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar de Oostvaarderskliniek. De beslissing is in strijd met de wet althans na afweging van de belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd. Klager heeft reeds in 2007 om overplaatsing verzocht
wegens de slechte verhoudingen tussen hem en de Pompekliniek. De verhoudingen zijn verslechterd nadat de Pompekliniek klager heeft voorgedragen voor een plaatsing op een longstayafdeling. De Minister heeft het verzoek tot longstayplaatsing afgewezen,
maar de houding van de Pompekliniek ten opzichte van klagers behandeling en resocialisatie bleef negatief.
Klager heeft een gerechtvaardigde vrees dat hij in de Oostvaarderskliniek geen eerlijke behandelkansen zal krijgen. Gebleken is dat mevrouw [A] aldaar werkzaam is als hoofd behandeling. Zij was eerder werkzaam als hoofd behandeling in de Pompekliniek.
Voorts is ook psychiater [B]., die eerder bij de Pompestichting werkzaam was, thans werkzaam in de Oostvaardersklniek. Gezien eerdergenoemde negatieve houding van de Pompekliniek staat klager dan ook wantrouwend tegen een plaatsing in de
Oostvaarderskliniek.
Rechters en advocaten dienen zich te verschonen indien er sprake is van een belangenverstrengeling. Het is van belang dat klager met een schone lei begint. Klager heeft het gevoel dat hij geen enkele kans krijgt in de Oostvaarderskliniek. In deze
kliniek worden maatregelen toegepast op grond van eerdere incidenten in de Pompekliniek.

De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geselecteerd voor de Oostvaarderskliniek volgens de aselecte plaatsingssystematiek. Psychiater [B]. is thans gedurende drie maanden op freelance basis werkzaam in de Oostvaarderskliniek. Zij verricht daar diagnostisch onderzoek en heeft geen
enkele behandelrelatie met klager. Psychiater [A]. is in de Pompekliniek niet betrokken geweest bij klagers behandeling en in de Oostvaarderskliniek valt klager niet onder haar verantwoordelijkheid. Klager wordt behandeld door professionals die een
individuele verantwoordelijkheid hebben voor zijn behandeling en de daaruit voortvloeiende behandelbeslissingen. Het is niet de taak van het hoofd behandeling om zelf behandelbeslissingen te nemen. Het hoofd behandeling toetst de behandeling aan de
daaraan gestelde kwaliteitseisen zonder daarbij afbreuk te doen aan de individuele verantwoordelijkheid van de behandelaars. Klagers belangen zijn aldus op geen enkele manier in het geding.
Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.

4. De beoordeling
Namens de Staatssecretaris is aangegeven dat psychiater [B] gedurende drie maanden op freelance basis diagnostisch onderzoek verricht in de Oostvaarderskliniek. Zij heeft derhalve geen enkel behandelrelatie met klager.
Psychiater [A] heeft in de Pompestichting geen enkele bemoeienis gehad met de behandeling van klager en ook in de Oostvaarderskliniek valt klager niet onder haar verantwoordelijkheid. De beroepscommissie is van oordeel dat de onafhankelijkheid van de
betreffende psychiater niet in het geding is.
Klager wordt behandeld door professionals die een individuele verantwoordelijkheid hebben voor zijn behandeling en de daaruit voortvloeiende behandelbeslissingen. De psychiater kan op haar professionaliteit worden aangesproken.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar de Oostvaarderskliniek niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 12 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven