Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3014/GB, 10 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/3014/GB

Betreft: [klager] datum: 10 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 5 februari 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Zutphen. Op 28 februari 2006 is hij geplaatst in de gevangenis/ISD Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoek tot plaatsing in een b.b.i. is afgewezen in verband met zijn TR-weigering. Hij is veroordeeld in 2004/2005 en in zijn vonnis staat niets over TR. Hij had graag TR willen doen, maar zijn TR-advies is psychiatrische behandeling. Zonder dat
dit gemotiveerd wordt en zonder dat er een persoonlijkheidsonderzoek heeft plaatsgevonden. In 2004 heeft de officier van justitie tbs-oplegging geëist. Zowel de rechtbank als het hof heeft hier een streep door getrokken. Nu wil justitie het alsnog
doorvoeren. Klager wil graag bij de behandeling van zijn beroep aanwezig zijn.

3.2. Aanvankelijk is door de selectiefunctionaris gesteld dat, omdat klager het beroep niet heeft onderbouwd, hij niet-ontvankelijk in dit beroep zou zijn. Na toezending van klagers toelichting op het beroepschrift heeft de selectiefunctionaris
desgevraagd de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit de beschikbare informatie komt duidelijk naar voren dat klager TR-weigeraar is. Conform artikel 3, vierde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden komen TR-weigeraars niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i. Op
grond hiervan heeft klager terecht een afwijzing op zijn verzoek ontvangen. Verzocht wordt om het beroep ongegrond te verklaren.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.

4.2. Op grond van artikel 3, vierde lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen voor plaatsing in een b.b.i. niet in aanmerking gedetineerden die deelname weigeren in het kader van het programma Terugdringen
Recidive. Voorts blijkt uit het selectieadvies van de inrichting van 13 november 2008 dat klager in 2008 zesmaal een disciplinaire straf is opgelegd in verband met een positieve urinecontrole, vernieling, het onder druk zetten van een medegedetineerde,
het slaan van een medegedetineerde, de weigering om een opdracht van het inrichtingspersoneel op te volgen en de onjuiste bejegening van een werkmeester.

4.3. Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan
worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 februari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven