Nummer: 08/2887/GB
Betreft: [klager] datum: 10 februari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Alphen aan den Rijn afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 22 juli 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b./ISD Rotterdam.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag naar het huis van bewaring in Alphen aan den Rijn omdat hij daar beter bereikbaar is voor zijn echtgenote en kind. Zij moeten uit Amsterdam komen en kunnen de reiskosten naar Rotterdam niet dragen. Als zij klager bezoeken, kost hun dat
€ 50,= per keer. Dat geld heeft klagers echtgenote niet.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 25 juli 2008 ingesloten in het h.v.b./ISD Rotterdam. Op 4 november 2008 heeft hij verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn. Dit verzoek is op 7 november 2008 afgewezen omdat klager is gedetineerd voor het parket
Rotterdam en getracht wordt preventief gehechten zoveel als mogelijk te plaatsen in de onmiddellijke omgeving van het gerecht waar de vervolging plaatsvindt. Uitzonderingen zijn mogelijk indien een overplaatsingverzoek is onderbouwd met verklaringen
van
(medisch) deskundigen. Daarvan is in dit geval geen sprake. De problemen voor zijn bezoek worden door de selectiefunctionaris minder zwaar gewogen dan het belang van een goede rechtsgang. Nadat klager in eerste aanleg is veroordeeld kan hij zijn
voorkeur voor plaatsing in een gevangenis, bijvoorbeeld in Alphen aan den Rijn, kenbaar maken en zal worden getracht met die voorkeur rekening te houden.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Blijkens het selectieadvies van 4 november 2008 heeft de directeur van het h.v.b./ISD Rotterdam geadviseerd klager te selecteren voor plaatsing in het h.v.b. Alphen aan den Rijn. De selectiefunctionaris heeft dat advies niet gevolgd en klagers
overplaatsingsverzoek afgewezen. Daarbij heeft de selectiefunctionaris aangevoerd dat het belang van een goede rechtsgang voor hem zwaarder heeft gewogen bij klagers belang op regelmatig bezoek van zijn echtgenote en kind. De selectiefunctionaris heeft
het belang van een goede rechtsgang te bewaken en dit zal er in beginsel toe leiden dat overplaatsing naar een h.v.b. in een ander arrondissement slechts dan wordt overwogen indien er sprake is van een onderbouwde (al dan niet medische) noodzaak voor
die overplaatsing. Nu een feitelijke onderbouwing daaromtrent ontbreekt, moet worden geoordeeld dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris - bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet als
onredelijk en onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 10 februari 2009.
secretaris voorzitter