Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2826/GM, 9 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2826/GM

betreft: [klager] datum: 9 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de gevangenis voor vrouwen Ter Peel te Sevenum,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 7 oktober 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

De beroepscommissie hield zitting op 19 december 2008 in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam.
Hoewel voor klaagsters vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft zij daarvan geen gebruik gemaakt.
De inrichtingsarts verbonden aan de gevangenis voornoemd heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 13 juni 2008, betreft het drie maal in minder dan drie jaar tijd ondergaan van een longonderzoek zonder haar toestemming.

2. De standpunten van klaagster en de inrichtingsarts
Klaagster heeft het volgende aangevoerd. Zij heeft meerdere malen een longonderzoek ondergaan, zonder dat zij daarvoor toestemming heeft verleend en zonder dat haar de resultaten kenbaar zijn gemaakt.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Klaagster heeft gedurende haar detentie enkele tbc-tests ondergaan conform de richtlijn tuberculose in
detentie. De laatste dateert van haar binnenkomst in de gevangenis.

3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 28, eerste lid, van de Pm, kan een gedetineerde een beroepschrift indienen tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts. Op grond van artikel 29, eerste lid, van de Pm dient de gedetineerde, alvorens een
beroepschrift in te dienen, een schriftelijk verzoek te doen aan de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie om te bemiddelen terzake de klacht. Dit verzoek dient uiterlijk op de veertiende dag na die waarop het medisch handelen waartegen de
klacht zich richt heeft plaatsgevonden te worden ingediend.

Klaagster heeft aangegeven dat haar klacht is gericht tegen medisch handelen gedurende de afgelopen drie jaar. Vast staat dat gedetineerden, conform de richtlijn tuberculose in detentie, in elk geval na een overplaatsing, derhalve bij de intake in de
nieuwe inrichting, een longfoto wordt gemaakt. Het laatste onderzoek zou, blijkens de stukken, hebben plaatsgevonden omstreeks 14 september 2007, terwijl klaagster het bemiddelingsverzoek heeft ingediend op 13 juni 2008. Klaagster heeft, gelet op het
vorenstaande, niet tijdig om bemiddeling verzocht bij de medisch adviseur en moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in haar klacht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 9 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven