Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0282/GV, 9 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/282/GV

betreft: [klager] datum: 9 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [A}, casemanager van Slachtofferhulp Nederland te
Rotterdam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 februari 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede voornoemde [A] om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager wordt de noodzaak dan wel het grote belang aangetoond voor de strafonderbreking.
Op 31 augustus 2008 is de tweelingbroer van klager door een geweldsmisdrijf om het leven gekomen. De broers hebben altijd veel contact met elkaar gehad en trokken vaak samen op. Voordat klager in detentie werd geplaatst was hij ook regelmatig bij het
graf van zijn tweelingbroer. Klager wordt omschreven als een persoon die vanaf de geboorte eigenlijk al kansarm is geweest en het is daarom niet vreemd dat hij in het criminele circuit is terechtgekomen. Het is voor klager van het grootste belang om
bij
de rechtszaak tegen de verdachte die zijn tweelingbroer heeft vermoord aanwezig te kunnen zijn om het enorme verlies te kunnen verwerken. Het recht om tijdens de zitting te kunnen zeggen wat het verlies van zijn tweelingbroer met hem heeft gedaan,
weegt
zwaarder dan de risico’s die verbonden zijn aan het verlenen van een tijdelijke strafonderbreking. Het zou wellicht een startpunt kunnen zijn om zijn eigen leven weer op orde te krijgen, om het criminele leven achter zich te kunnen laten. De heer [A]
ziet het als een uitdaging om klager daarbij voor zover mogelijk te ondersteunen. Het toestaan van strafonderbreking zal ertoe leiden dat klager na het uitzitten van de straf aanmerkelijk kansrijker zal zijn in de maatschappij dan wanneer hij straks
vol
frustraties uit detentie wordt ontslagen. De heer [A] zal klager tijdens de rechtszaak persoonlijk begeleiden en ondersteunen. Het verzoek luidt om klager als vrij burger bij de rechtszaak aanwezig te laten zijn.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Namens klager is een verzoek tot strafonderbreking ingediend om een gesprek bij te mogen wonen met de officier van justitie en slachtofferhulp, samen met een een aantal familieleden in verband met het overlijden van zijn tweelingbroer die als gevolg
van
een misdrijf om het leven is gekomen. De verdachte staat op 10 februari 2009 voor dit feit terecht en daar wil klager ook bij aanwezig zijn. Het verzoek is afgewezen omdat slachtofferhulp ook in de inrichting gesprekken met klager kan hebben en er geen
noodzaak is aangetoond waarom klager bij de rechtbankzitting aanwezig zou moeten zijn.

Op klagers verzoek om strafonderbreking is het volgende advies uitgebracht.
De directeur van de PI Tilburg heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de strafonderbreking omdat het gedrag en functioneren van klager onvoldoende vertrouwen geeft in een goed verloop van eventuele vrijheden.

3. De beoordeling
Klager is als arrestant in de gevangenis geplaatst en ondergaat gevangenisstraffen van respectievelijk 42, 42, 30 en 14 dagen. De einddatum van de detentie is 6 mei 2009. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 4 dagen te
ondergaan.

Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm
van verlof.

De redenen voor het verzoek om strafonderbreking, zoals weergegeven in het advies van de inrichting d.d 30 januari 2009, zijn een op 9 februari 2009 gepland slachtoffergesprek met de officier van justitie en de rechtszitting op 10 februari 2009 van de
verdachte van de moord op klagers tweelingbroer. In beroep lijkt alleen het bijwonen van de rechtszitting op 10 februari 2009 nog aan de orde.
Gelet op de aangevoerde betrokkenheid van klager bij het overlijden van zijn broer, die slachtoffer van een misdrijf is geworden, is er alle aanleiding om het verzoek tot het bijwonen van de strafzitting tegen de verdachte van het geweldsmisdrijf
jegens
zijn broer zorgvuldig te overwegen. Mede in het licht van de naderende einddatum van de detentie van klager in mei 2009, voldoet de beslissing van de Staatssecretaris hier niet aan. Indien wordt overgegaan tot het geven van gelegenheid voor het
bijwonen
van de strafzitting, dient op praktische gronden te worden besloten of dit in de vorm van een strafonderbreking of een incidenteel verlof geschiedt. Gelet op het vorenstaande kan de beslissing van de Staatssecretaris niet in stand blijven en dient deze
te worden vernietigd. Gelet op de tijdsdruk zal de Staatssecretaris worden opgedragen terstond een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan kunnen worden gemaakt, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op terstond een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 9 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven