Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/37961/GA, 23 januari 2025, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Nummer          23/37961/GA

Betreft [klager]

Datum 23 januari 2025

 

 

Uitspraak van de beroepsrechter van de RSJ op het beroep van

 

de directeur van de Penitentiaire Inrichtingen (PI) Middelburg (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen het verzuim van de directeur om (tijdig) te beslissen over – eventueel – promoveren naar het plusprogramma.

De beklagcommissie bij de PI Middelburg heeft op 7 december 2023 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €45,- (MB‑2023‑409). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

De beroepsrechter heeft het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis van deze stukken is de beroepsrechter van oordeel dat de beklagcommissie het beklag terecht gegrond heeft verklaard. De beroepsrechter ziet in dit geval geen aanleiding om de overwegingen van de beklagcommissie op dit punt aan te vullen of te wijzigen.

 

Tegemoetkoming

Volgens de directeur heeft klager ongewenst gedrag laten zien en had klager in de periode van 27 juni 2023 tot 21 september 2023 sowieso in het basisprogramma moeten verblijven. Indien er echter beslissingen waren genomen over klagers eventuele promotie naar het plusprogramma, was hij op de hoogte geweest van zijn gewenste gedrag en het gedrag dat hij had moeten verbeteren. Daarbij komt dat klager de beslissingen (desgewenst) had kunnen laten toetsen door de beklagcommissie en de beroepscommissie.

Anders dan de directeur stelt, heeft klager naar het oordeel van de beroepsrechter dan ook ongemak ondervonden van het uitblijven van twee beslissingen over zijn eventuele promotie naar het plusprogramma. De door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming van €45,- ziet evenwel op ten onrechte niet-promoveren voor de duur van zes weken. Daarom ziet de beroepsrechter aanleiding om de toegekende tegemoetkoming te matigen.

De beroepscommissie zal het beroep van de directeur dan ook gegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, voor zover  aan klager een tegemoetkoming is toegekend. De beroepscommissie kent aan klager een tegemoetkoming toe van €15,-.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover aan klager een tegemoetkoming is toegekend. De beroepscommissie kent aan klager een tegemoetkoming toe van €15,-. Zij bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor het overige.

 

Deze uitspraak is op 23 januari 2025 gedaan door mr. W.S. Korteling, beroepsrechter, bijgestaan door mr. L.A.E. Rijnja, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven