Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/41523/GA, 19 december 2024, beroep
Uitspraakdatum:19-12-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           24/41523/GA

Betreft              [klager]

Datum             19 december 2024

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat het rapport (de beroepscommissie begrijpt: het schriftelijk verslag van 15 mei 2024) niet binnen 24 uur is afgehandeld alsmede tegen de omstandigheid dat er een verkeerde datum in de beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf staat.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 14 juni 2024 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (G-2024-393). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Nadat klager de vormfout had aangegeven is hij in het gelijk gesteld door het personeel en is hij na zeven dagen opsluiting in een strafcel, direct van rapport gehaald. Klager is niet de agressor geweest. Hij is juist degene geweest die verwondingen heeft opgelopen, de andere gedetineerde niet. Dat terwijl de andere gedetineerde geen straf heeft gekregen en klager wel. Ook heeft klager aangegeven aangifte te willen doen, maar heeft hier geen mogelijkheid voor gehad. Klager vindt het allemaal erg nalatig en zou dan ook graag tekst en uitleg geven over het voorval.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft in beroep geen standpunt ingenomen.

 

 

3. De beoordeling

Klager heeft verzocht het beroep mondeling te mogen toelichten. Dit verzoek is niet onderbouwd, terwijl de stukken voldoende informatie bevatten om het beroep te kunnen beoordelen. De beroepscommissie wijst het verzoek daarom af.

Zoals de beklagrechter terecht heeft overwogen kan geen afzonderlijk beklag worden ingesteld tegen een (of meer) vormverzuim(en) (zie RSJ 16 februari 2024, 21/22388/GA, 21/22389/GA, 21/22390/GA en 21/22391/GA). Klager heeft op het beklagformulier (ook) het vakje ‘Ik ben het niet eens met de beslissing van de directeur. Ik wil daarover een klacht indienen bij de beklagcommissie’ aangekruist. In het klaagschrift staat niet dat klager het inhoudelijk oneens was met de opgelegde disciplinaire straf. Hij schrijft alleen dat het rapport niet juist is behandeld omdat het niet binnen de 24 uur die daarvoor wordt gehanteerd werd afgehandeld en dat er sprake is van het vermelden van een verkeerde datum in de beslissing. Daarmee ziet het beklag alleen op (beweerdelijke) vormverzuimen. In beroep geeft klager voor het eerst aan waarom hij het inhoudelijk niet eens is met de opgelegde straf. Dat is te laat en valt buiten de reikwijdte van het beklag.

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagrechter klager terecht niet-ontvankelijk in zijn beklag heeft verklaard. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op 19 december 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. W.S. Korteling, voorzitter, mr. dr. R.S.T. Gaarthuis en mr. L.C.P. Goossens, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

 

 

secretaris         voorzitter

Naar boven