Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2184/TA, 16 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2184/TA

betreft: [klager] datum: 16 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 augustus 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij de Forensisch Psychiatrische Kliniek Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R.E.J.P.M. Rutten om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om op 13 juni 2008 De Wanne te bezoeken.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is van mening dat hij in zijn klacht ontvangen moet worden. Hij heeft tijdig beklag ingediend op de voor hem gebruikelijke wijze. Het is niet aan hem te wijten dat de secretaris van de beklagcommissie het klaagschrift niet tijdig heeft
ontvangen.
Bovendien heeft hij vanwege de krappe personeelsbezetting een bezoek aan De Wanne moeten missen, omdat hij niet begeleid kon worden. Personeelsgebrek kan niet als overmacht worden gekwalificeerd en dient voor rekening en risico van de inrichting te
komen.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep verwezen naar het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt. Nu in de beklagprocedure geen inlichtingen van het hoofd van de inrichting zijn opgevraagd, heeft het hoofd van de inrichting in beroep geen
standpunt ingenomen.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager heeft gesteld dat hij
het klaagschrift op de voor hem gebruikelijke wijze heeft ingediend, maar op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat de overschrijding van de termijn voor het indienen van beklag niet aan hem zou zijn te wijten. In dit verband is van belang dat
de beroepscommissie drie andere beroepen van klager in behandeling heeft, waarbij sprake is geweest van wel tijdig ingediende klaagschriften van klager.

Ten overvloede wordt overwogen dat, als klager wel tijdig beklag had ingediend, hij daarin niet had kunnen worden ontvangen. Klager heeft aangevoerd dat hij eenmalig vanwege personeelstekort De Wanne niet heeft kunnen bezoeken.
Klager verbleef ten tijde van de klacht op afdeling IV, een buitenafdeling van de inrichting. Volgens paragraaf 6.7.1. van de huisregels van de inrichting is begeleid bezoek van verpleegden van een buitenafdeling aan de recreatieafdeling De Wanne
mogelijk, behoudens de situatie van overmacht (geen vervoer, onderbezetting personeel). Het eenmalig geen doorgang hebben van bezoek aan De Wanne wegens personeelstekort is niet beklagwaardig. Dit zou anders kunnen zijn in het geval klager structureel
De Wanne niet heeft kunnen bezoeken vanwege een personeelstekort. Niet is gesteld of gebleken dat daarvan sprake is geweest.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 16 januari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven