Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2926/GB, 29 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:29-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2926/GB

Betreft: [klager] datum: 29 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.C. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers bezwaar tegen de beslissing hem te selecteren voor de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Westlinge te Heerhugowaard, onder de bijzondere voorwaarde dat klager zich gedurende zijn vrijheden niet begeeft naar of
in [A],ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 juni 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Schutterswei te Alkmaar. Op 28 augustus 2008 is hij geplaatst in de b.b.i. Westlinge zonder dat hij daar regimesgebonden verlof genoot. Op 27 oktober 2008 is hem
regimesgebonden verlof toegekend, onder bovenvermelde beperking.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De opgelegde bijzondere voorwaarde dat klager zich niet naar [A] begeeft, is een verregaande inbreuk op de privacy van klager die nota bene in [A] zijn woning heeft. Zonder concrete voorbeelden wordt gesteld dat tegen klager 18 maal aangifte is gedaan
vanwege uiteenlopende delicten of problemen met zijn ex-vriendin. Klager heeft tegen veel in zijn ogen valse aangiften geageerd. De indruk bestaat dat zijn positie in het geheel niet is meegenomen. Het kan niet zo zijn dat op een wijze zoals in de
onderhavige zaak aan klager een verbod wordt opgelegd [A] te betreden. Dat hij, zo hij zaken in [A] zou moeten regelen, hiertoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek zou moeten indienen, vormt eveneens een grove schending van de burgerlijke rechten
van klager.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Voor een ongestoorde tenuitvoerlegging van klagers gevangenisstraf is het noodzakelijk dat hij zich niet naar [A] begeeft. Tegen klager is 18 maal aangifte gedaan vanwege uiteenlopende delicten en problemen met zijn ex-vriendin. Ook het delict waar hij
thans voor is gedetineerd is gerelateerd aan deze problematiek. De bijzondere voorwaarde die is verbonden aan de detentiefasering blijft dan ook in stand. Mocht klager zaken moeten regelen in [A], dan kan hij daarom schriftelijk verzoeken, waarbij
duidelijk zal moeten worden gemaakt waarom de zaken niet elders of op andere wijze geregeld kunnen worden.
In de reactie op het ingestelde beroep is daaraan nog toegevoegd dat de politie [A] negatief heeft geadviseerd, waarna klager een verlofadres in Haarlem heeft opgegeven.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hiertoe is mede in aanmerking genomen dat de
politie negatief heeft geadviseerd over de plaats waar klager zijn verloven zou doorbrengen en klager daarop zelf een ander adres heeft opgegeven terwijl de gestelde voorwaarde in het kader van de tenuitvoerlegging van gevangenisstraf toelaatbaar moet
worden geoordeeld.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 29 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven