Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2627/GB, 16 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2627/GB

Betreft: [klager] datum: 16 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Bos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 oktober 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 augustus 2006 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in (onder meer) het h.v.b. Alphen aan den Rijn. Op 2 september 2008 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
De grondslag voor de bestreden selectiebeslissing is het rapport van het meldpunt van het Gedetineerden recherche informatiepunt (Grip) van 19 juni 2008. Datzelfde Griprapport was overigens eerder geen reden voor een overplaatsing. Namens klager is op
27 juni 2008 dit Griprapport gemotiveerd weerlegd. Sindsdien is geen nieuwe informatie aan het Griprapport toegevoegd. Volgens de selectiefunctionaris ligt een overplaatsingsverzoek van het Openbaar Ministerie (OM) ten grondslag aan zijn
overplaatsingsbeslissing. Het OM heeft zulks bevestigd. Ter zitting van de rechtbank heeft de officier van justitie evenwel aangevoerd geen invloed te hebben op een beslissing tot overplaatsing. Klager is van mening dat het OM de rechtbank opzettelijk
onjuist heeft geïnformeerd en daarnaast onrechtmatig heeft gehandeld jegens klager door – in strijd met de geldende wet- en regelgeving – het initiatief te nemen voor een overplaatsing. Door gevolg te geven aan het verzoek van het OM handelt de
selectiefunctionaris vervolgens eveneens onrechtmatig jegens klager. De mededeling van de selectiefunctionaris, inhoudende dat het OM slechts het Griprapport met klem heeft ondersteund, strookt niet met de mededeling van het OM per e-mail, waarin wordt
aangegeven dat het OM een verzoek om overplaatsing heeft gedaan. Ten aanzien van de inhoud van het Griprapport geldt dat de daarin vermelde beschuldigingen niet nader worden gemotiveerd. Door een en ander over te nemen wordt de gegrondverklaring door
de
selectiefunctionaris onvoldoende gemotiveerd. Uit het selectieadvies komt overigens verder geen enkele reden naar voren voor de aanname dat klagers overplaatsing noodzakelijk zou om de veiligheid van de medewerkers in de inrichting te kunnen
waarborgen.
Het h.v.b. Alphen aan den Rijn is een goed beveiligde inrichting. Onduidelijk is waarom klager thans naar een ander (goed beveiligd) h.v.b. zou moeten worden overgeplaatst. Klager heeft er belang bij te worden geplaatst in een inrichting zo dicht als
mogelijk bij zijn eigen omgeving. Klager is indertijd vanuit het h.v.b. Amsterdam overgeplaatst naar Alphen aan den Rijn, zodat zijn kinderen hem dan regelmatig zouden kunnen bezoeken. Door zijn overplaatsing naar Zutphen is het bezoek van zijn
schoolgaande kinderen door de reistijd vrijwel onmogelijk geworden. Klager heeft daarom in zijn bezwaarschrift subsidiair verzocht hem over te plaatsen naar een h.v.b. in de Randstad. Ook omdat op dat subsidiaire verzoek niet is ingaan, is de bestreden
beslissing onvoldoende gemotiveerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Vanuit het Grip werd een mededeling ontvangen met het verzoek om klager over te plaatsen naar een goed beveiligde inrichting, met name in het noorden van Nederland. Er waren signalen binnengekomen dat klager buiten het h.v.b. Alphen aan den Rijn mensen
aan zou sturen om zaken voor hem te regelen. Die informatie was afkomstig uit het financiële overzicht en informatie van de behandelend Officier van Justitie. Klager zou binnen het h.v.b. een verhoogde status krijgen, hetgeen onwenselijk is en voor de
inrichting een risico vormt. Klager voert aan dat het Griprapport onjuist zou zijn en dat dit rapport eerder onvoldoende aanleiding zou zijn geweest voor een overplaatsing. De selectiefunctionaris heeft een eerder verzoek om overplaatsing teruggelegd
bij de inrichting omdat er onvoldoende informatie voorhanden was om tot een overplaatsing over te gaan. Naar aanleiding van nieuwe rapportage is de selectiefunctionaris benaderd door het OM met de mededeling dat het in het belang van het onderzoek
dringend noodzakelijk werd geacht klager over te plaatsen naar een inrichting in het noorden van het land. Op grond daarvan is besloten klager alsnog over te plaatsen. Gelet op de aard en ernst van het delict waarvan klager wordt verdacht en waarvoor
hij in preventieve hechtenis verblijft, is de verwachting dat aan klager een lange(re) vrijheidsstraf zal worden opgelegd, om welke reden hij in een goed beveiligde inrichting dient te worden geplaatst. De directeur van de inrichting waar een
gedetineerde verblijft is, in gevallen als het onderhavige verantwoordelijk voor de veiligheid in de inrichting en neemt het initiatief voor een eventuele overplaatsing. Dat is in het onderhavige geval ook gebeurd. Naar aanleiding van dat voorstel en
gelet op de inhoud van het Griprapport is besloten klager over te plaatsen naar een inrichting die geschikt is voor gedetineerden die een verhoogd (veiligheids)risico vormen. De selectiefunctionaris heeft daarbij mede rekening gehouden met de
omstandigheid dat klager, blijkens het Griprapport, in staat moet worden geacht medegedetineerden te ‘kopen’ om voor hem bepaalde klusjes op te knappen. Uit de financiële overzichten lijkt een en ander zich thans te herhalen. Het verzoek tot
overplaatsing is gedaan naar aanleiding van de Griprapportage en wordt met klem ondersteund door het OM in verband met het onderzoeksbelang. Klager ontvangt overigens in het h.v.b. Zutphen regelmatig bezoek. Op de woensdagmiddagen zijn daar
bezoekmogelijkheden waar klagers kinderen gebruik van zouden kunnen maken.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van het vonnis in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klagers raadsman heeft naar voren gebracht dat de bestreden beslissing dient te worden vernietigd nu de overplaatsing van klager zou zijn gebaseerd op een verzoek van het OM. Een en ander is door hem onderbouwd door overlegging van een brief
van
de Officier van Justitie d.d. 8 september 2008, alsmede door een (gedeeltelijk) afschrift van – zo verstaat de beroepscommissie - het proces-verbaal van de behandeling ter terechtzitting van de strafzaak tegen klager, waarin de Officier van Justitie
aangeeft geen invloed te hebben op de overplaatsingsbeslissing naar een ander h.v.b.
Op grond van het bepaalde in art. 15 van de Pbw is de selectiefunctionaris aangewezen als bevoegde beslisser ten aanzien van de plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. De selectiefunctionaris kan – op grond van het bepaalde in artikel 24 van de
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing – voorlopig gehechte gedetineerden in afwachting van berechting in eerste aanleg, onder welke categorie klager valt, overplaatsen naar een ander huis van bewaring. Vastgesteld kan worden dat de directeur
van
het h.v.b. Alphen aan den Rijn daarom heeft verzocht. De selectiefunctionaris heeft bij zijn beslissing op dat verzoek vervolgens betrokken het selectieadvies, de omtrent klager opgemaakte Griprapportage en het standpunt van het OM. Op basis van de hem
daarbij verstrekte gegevens heeft de selectiefunctionaris vervolgens besloten klager over te plaatsen naar het h.v.b. Zutphen. Naar het oordeel van de beroepscommissie kunnen die adviezen de bestreden overplaatsing rechtvaardigen. Gelet daarop kan de
op
de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Niet is aannemelijk geworden dat de selectiefunctionaris tot zijn
beslissing is gekomen naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van de Officier van Justitie.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 januari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven