Nummer 24/41346/GM
Betreft klager
Datum 26 november 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
klager (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat zijn medische gegevens, ondanks zijn verzoek daartoe, niet tijdig uit het medisch dossier zijn verwijderd.
De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.
De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
De inrichtingsarts van de PI Arnhem heeft niet tijdig voldaan aan klagers verzoek tot verwijdering van zijn gegevens uit het medisch dossier. Klager heeft begin 2023 een verzoek tot verwijdering van zijn gegevens gedaan. Toen is zijn verzoek ingewilligd en zijn de gegevens vernietigd. In februari 2024 heeft klager opnieuw een verzoek gedaan om zijn medische gegevens te verwijderen. Het heeft vijf maanden geduurd voordat het verzoek is ingewilligd. Dat is te lang. Het is niet duidelijk waarom dit zo lang heeft moeten duren.
De inrichtingsarts heeft klager gewezen op de nadelige gevolgen van het volledig verwijderen van de gegevens. Klager heeft daarop (meermalen) gezegd dat hij hoe dan ook alle gegevens verwijderd wil hebben. Dit heeft klager ook gezegd kort voor zijn overplaatsing naar de PI Leeuwarden. Op de dag van zijn overplaatsing heeft klager een sprekersbriefje achtergelaten met het verzoek om zijn dossier volledig te verwijderen. Ter onderbouwing van het beroep wordt verwezen naar een uitspraak in een andere zaak van klager (RSJ 29 januari 2024, 23/33313/GM), waarin is geoordeeld dat niet tijdig is voldaan aan het verzoek tot het verwijderen van klagers gegevens uit het medisch dossier.
Klager verzoekt het beroep gegrond te verklaren en aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.
Standpunt van de inrichtingsarts
Klager heeft een verzoek gedaan tot het verwijderen van zijn medische gegevens. Dit verzoek is ingewilligd en de gegevens zijn verwijderd. Enkele maanden later kwam klager wederom met het verzoek om zijn gegevens te verwijderen. Aan hem is gevraagd of hij in zijn medisch dossier wil kijken of er passages in staan die verwijderd moeten worden, zodat niet het hele dossier hoeft te worden verwijderd. Het medisch dossier is klager uitgereikt met de vraag of hij de onderdelen die hij verwijderd wil hebben, wil arceren. Klager heeft daar niet meer op gereageerd. Aan klager is gevraagd hoe het ervoor stond, maar klager gaf aan hier nog mee bezig te zijn.
Klager moet niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beroep, nu de gegevens uit zijn medisch dossier inmiddels zijn vernietigd.
3. De beoordeling
Artikel 7:455, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat de hulpverlener de gegevens uit het dossier vernietigt na een daartoe strekkend schriftelijk of elektronisch verzoek van de patiënt. In het tweede artikellid zijn situaties genoemd waarin de hulpverlener aan een verzoek om verwijdering niet behoeft te voldoen. Deze uitzonderingen zijn hier niet aan de orde.
Binnen welke termijn moet het medisch dossier worden verwijderd?
Artikel 7:455, eerste lid, van het BW stelt geen termijn waarbinnen de hulpverlener op een daartoe strekkend verzoek van de patiënt gegevens dient te vernietigen. Deze termijn bedroeg drie maanden maar is met ingang van 28 juli 2018 met terugwerkende kracht – tot en met 25 mei 2018, toen de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing werd – komen te vervallen. Ingevolge artikel 12, derde lid, van de AVG in verbinding met artikel 7:455, eerste lid, van het BW dient de hulpverlener de patiënt nu onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek informatie te verstrekken over het gevolg dat aan het verzoek is gegeven. Afhankelijk van de complexiteit van de verzoeken en van het aantal verzoeken, kan die termijn indien nodig met nog eens twee maanden worden verlengd.
Inhoudelijk oordeel
Uit het dossier volgt dat klager begin februari 2024 een verzoek heeft ingediend om de gegevens uit zijn medisch dossier te vernietigen. Uit het beroepschrift volgt verder onweersproken dat klager meermalen te kennen heeft gegeven dat hij wilde dat alle gegevens uit het medisch dossier zouden worden vernietigd. Klager is op 15 maart 2024 overgeplaatst naar de PI Leeuwarden en daar is gebleken dat de gegevens niet uit zijn medisch dossier waren verwijderd. Op 11 juli 2024 zijn klagers gegevens uit zijn medisch dossier vanuit de PI Leeuwarden alsnog vernietigd.
Op basis van de stukken kan worden vastgesteld dat de gegevens niet onverwijld of in ieder geval binnen een maand na de ontvangst van het verzoek van klager zijn vernietigd of dat binnen die termijn aan klager informatie is verstrekt over hoe aan zijn verzoek gevolg is gegeven. Ook is niet gebleken, en evenmin aangevoerd, dat sprake was van een dusdanig complex verzoek dat de termijn van een maand met twee maanden moest worden verlengd. De beroepscommissie heeft niet kunnen vaststellen dat, zoals het hoofd zorg van de PI Arnhem in reactie op het beroepschrift heeft aangevoerd, aan klagers verzoek tijdig uitvoering is gegeven en dat zijn gegevens uit het medisch dossier vanuit de PI Arnhem zouden zijn vernietigd. Ten tijde van klagers overplaatsing naar de PI Leeuwarden waren zijn medische gegevens uit de periode waarop zijn verzoek betrekking heeft in elk geval nog niet vernietigd.
Het handelen van de inrichtingsarts moet dan ook worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €40,-.
Afspraken over gegevens uit het medisch dossier
De beroepscommissie constateert dat klager in korte tijd herhaaldelijk en in verschillende PI’s heeft verzocht gegevens uit zijn medisch dossier te vernietigen. De beroepscommissie geeft klager in overweging om in overleg te treden met de medische dienst, zodat er afspraken kunnen worden gemaakt over wanneer welke gegevens – als zij niet langer nodig zijn – uit het medisch dossier worden vernietigd.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €40,-.
Deze uitspraak is op 26 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. N.C.J.A.M. Kochx en drs. B.A. Geurts, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
secretaris voorzitter