Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/41690/GA, 6 november 2024, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

ISD  v

Nummer          24/41690/GA

Betreft [klager]

Datum 6 november 2024

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

  1. de beslissing van 26 januari 2024 om hem terug te plaatsen naar fase 1 in het kader van zijn plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) (KL-2024-13);
  2. de omstandigheid dat het aan hem toegekende begeleide verlof op 1 mei 2024 geen doorgang kon vinden (KL-2024-87).

De beklagcommissie bij de locatie Klein Bankenbosch te Veenhuizen heeft op 28 juni 2024 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. M.W. Bouwman, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie Klein Bankenbosch (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Beklag a.

Op basis van de stukken is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie het beklag terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard. In aanvulling op de overwegingen van de beklagcommissie, overweegt de beroepscommissie als volgt.

In de schriftelijke mededeling tot terugplaatsing naar fase 1 wordt artikel 1d, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) genoemd. Op grond van deze bepaling is de directeur bevoegd om te beslissen over het promoveren en degraderen van een gedetineerde. De directeur heeft het niet opvolgen van een opdracht van het personeel en schreeuwen en tieren richting het personeel als ‘ontoelaatbaar gedrag’ op grond van het toetsingskader ‘stimuleren en ontmoedigen’ (zoals beschreven in bijlage 1 van de Regeling) aangemerkt. Uit artikel 1b van de Regeling volgt evenwel dat gedetineerden die een ISD-maatregel ondergaan zijn uitgesloten van deelname aan het programma van promoveren en degraderen, waardoor het toetsingskader ‘stimuleren en ontmoedigen’ niet op hen van toepassing is. De beroepscommissie begrijpt echter wel dat de directeur hiervan gebruik heeft gemaakt om klagers gedrag (nader) te kunnen duiden.

Verder is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur – gelet op klagers gedrag – in redelijkheid heeft kunnen besluiten om klager terug te plaatsen naar fase 1. Dat in de schriftelijke mededeling per abuis wordt benoemd dat er sprake was van een rapport in plaats van een mededeling over klagers gedrag, maakt het voorgaande niet anders.

Beklag b.

Op basis van de stukken is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie het beklag terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet in dit geval geen aanleiding om de overwegingen van de beklagcommissie aan te vullen of te wijzigen.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, ten aanzien van beklag a. met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op 6 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. G.C. Bos, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en F. van Dekken, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven