Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/38531/GA, 6 februari 2025, beroep
Uitspraakdatum:06-02-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/38531/GA

Betreft             [klager]

Datum             6 februari 2025

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet afsluiten van zijn Telio-account na zijn overplaatsing vanuit de Penitentiaire Inrichting Ter Apel naar locatie De Schie te Rotterdam.

De beklagrechter bij de PI Ter Apel heeft op 9 januari 2024 het beklag ongegrond verklaard (Ta-2023-93). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. H. Külcü, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Ter Apel in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft op 17 september 2024 alle stukken toegezonden aan de directeur van de locatie De Schie en verzocht om inhoudelijk te reageren op het beklag. De reactie van de directeur van de locatie De Schie is op 7 oktober 2024 ontvangen. De beroepscommissie heeft deze reactie toegestuurd aan klager en zijn raadsman en gelegenheid gegeven om daarop binnen een gegeven termijn schriftelijk te reageren. Zij hebben geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De beroepscommissie heeft de reactie van de directeur van de locatie De Schie ook ter kennisgeving toegestuurd aan de directeur van de PI Ter Apel.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het handelen, nalaten daaronder begrepen, van personeel in een inrichting in het kader van de uitoefening van diens taak moet in beginsel worden gezien als handelen van of namens de directeur waartegen beklag openstaat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

Bij de overplaatsing van de PI Ter Apel naar de locatie De Schie is klager medegedeeld dat zijn Telio-account afgesloten zou worden en dat hij een nieuw account zou krijgen. Klager heeft vertrouwd op deze toezegging, die ook geverifieerd werd in de locatie De Schie. Toen klager erachter kwam dat er een groot bedrag was afgeschreven is hij naar de Binnenkomstafdeling Delinquenten (BAD) gegaan. Medewerkers van de BAD gaven aan dat het Telio-account automatisch een dag voor de overplaatsing wordt geblokkeerd door de PI. Dat betekent dat een gedetineerde geen geld meer op zijn belkaart kan zetten, maar alleen het openstaande bedrag kan gebruiken om te bellen.

Er heeft (de beroepscommissie begrijpt: na het indienen van het beroepschrift) een telefonisch gesprek plaatsgevonden met een medewerker van de locatie De Schie. Hij gaf aan dat gedetineerden nooit hun eigen Telio-account kunnen blokkeren, maar dat die verantwoordelijkheid bij de inrichting ligt. Het is dus bevestigd dat de verantwoordelijkheid niet bij klager, maar bij de PI Ter Apel lag. Klager heeft ook een e-mail overgelegd van de functioneel beheerder van Telio, waarin staat dat gedetineerden niet zelf een belkaart kunnen stoppen en alleen een medewerker van de PI dat kan doen.

Er is gebleken dat het Telio-account in de PI Ter Apel niet is afgesloten en dat daardoor van 15 juli 2022 tot 5 februari 2023 een bedrag van €474,- is afgeschreven. Klager heeft niet zo veel gebeld, dus er zijn onjuiste kosten in rekening gebracht voor het gebruikmaken van telefoondiensten van Telio. De directeur van de PI Ter Apel geeft aan dat uit onderzoek niet naar voren is gekomen dat sprake is geweest van bovenstaande kosten via Telio, maar er zijn geen stukken overgelegd met de bel-/opwaardeergeschiedenis waaruit zou blijken dat klagers standpunt onjuist is.

Uit de inlichtingen van de directeur van de PI Ter Apel blijkt dat normaliter door een medewerker wordt gecontroleerd of het Telio-account daadwerkelijk is afgesloten door een gedetineerde. Dat is in casu niet gebeurd. Het Telio-nummer is op 5 februari 2023 door de PI Ter Apel opgeheven. De PI Ter Apel heeft verwijtbaar gehandeld door het niet opzeggen van klagers Telio-account, wat een schending van de zorgplicht van de directeur oplevert.

Klager verzoekt om het bedrag van €474,- terug te storten en aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur van de PI Ter Apel

De directeur verwijst naar de reacties in beklag en voert aanvullend het volgende aan. Gedetineerden krijgen bij overplaatsing een andere telefoonkaart met een ander persoonlijk Telio-nummer die ze in de nieuwe inrichting kunnen gebruiken. Er kunnen nooit twee telefoonkaarten gekoppeld worden aan de rekening-courant van een gedetineerde. Klager had van 15 juli 2022 tot 3 februari 2023 in feite twee persoonlijke Telio-nummers: een van de PI Ter Apel en een van de locatie De Schie. De contactpersoon van Telio heeft geconstateerd dat een bedrag van €474,- niet is terug te vinden in klagers rekeningoverzicht. Er is ook geen transactie zichtbaar van iemand anders die gebruik heeft gemaakt van klagers persoonlijke nummer van zijn belaccount in de PI Ter Apel. Het meegestuurde overzicht van klagers rekening-courant betreffen af- en bijboekingen met betrekking tot zijn persoonlijke Telio-nummer van de locatie De Schie, die bij elkaar opgeteld overeenkomen met het bedrag dat klager noemt. Dat het belaccount op een later moment in de PI Ter Apel is opgeheven doet daar niet aan af.

 

Standpunt van de directeur van de locatie De Schie

Het klaagschrift is gericht tegen het niet afsluiten van de Telio-kaart die in de PI Ter Apel aan klager is verstrekt. Klager bevestigt in het rogatoir verhoor dat het al dan niet opheffen van zijn belkaart niets te maken heeft met het handelen van de locatie De Schie. Daarom was de beklagcommissie van de PI Ter Apel bevoegd om het beklag te behandelen.

De directeur kan verder alleen met zekerheid stellen dat klager bij binnenkomst in de locatie De Schie op 28 juni 2022 zoals gebruikelijk een nieuwe fysieke belkaart heeft ontvangen. Deze is gekoppeld aan zijn detentienummer en rekening-courant. De directeur ziet geen aanleiding om te reageren op wat klager voor het overige naar voren brengt, nu de gronden van het beroep zien op de Telio-kaart die is verstrekt door de PI Ter Apel.

 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid in beklag

Klager klaagt over het niet afsluiten van zijn Telio-account door de PI Ter Apel na zijn overplaatsing naar locatie De Schie, waardoor er volgens hem €474,- ten onrechte is afgeschreven van zijn rekening-courant. De directeuren van de PI Ter Apel en de locatie De Schie hebben daartoe niet besloten en er is in die zin dan ook geen sprake van een beslissing van de directeur waartegen beklag kan worden ingesteld op grond van artikel 60 van de Pbw.

Het gaat om een losstaand probleem waarvoor klager een oplossing wil. Het is niet de bedoeling dat in zo’n geval meteen beklag wordt ingesteld. Het is immers “zinniger dat met het toezicht belaste medewerkers in staat worden gesteld op dergelijke klachten te reageren” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 77). De gedetineerde dient een concreet verzoek om een oplossing te doen (vergelijk RSJ 1 september 2023, 23/31635/GA). Als de gedetineerde het vervolgens niet eens is met de beslissing op zijn – interne – klacht, dan kan hij daartegen beklag instellen.

Klager heeft op het klaagschrift van 10 februari 2022 aangegeven dat hij heeft gesproken met het afdelingshoofd (de beroepscommissie begrijpt: van de locatie De Schie). Die vertelde dat het klagers eigen schuld is dat zijn account niet is afgesloten. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager door dit probleem met het afdelingshoofd te bespreken, verzocht om een oplossing. De reactie van het afdelingshoofd is aan te merken als een beslissing op klagers verzoek om een oplossing. Hieruit begrijpt de beroepscommissie dat het beklag gericht is tegen de (impliciete) afwijzing van klagers verzoek om een oplossing. Dit is een beklagwaardige beslissing genomen namens de directeur van de locatie De Schie.

 

Welke beklagcommissie was bevoegd?

Omdat er sprake is van een beklagwaardige beslissing van de directeur van de locatie De Schie, had de beklagcommissie bij de locatie De Schie de klacht niet mogen doorsturen naar de beklagcommissie bij de PI Ter Apel. De beklagcommissie bij de locatie De Schie had de klacht zelf moeten behandelen. Omdat de beklagrechter bij de PI Ter Apel de klacht heeft behandeld en ongegrond heeft verklaard, kan de uitspraak van de beklagrechter niet in stand blijven.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen. De beroepscommissie zal het beklag zelf inhoudelijk beoordelen.

 

Inhoudelijke beoordeling van het beklag

De beroepscommissie zal het beklag beoordelen als gericht tegen de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek om een oplossing van de directeur van de locatie De Schie.

De beroepscommissie is van oordeel dat in dit geval de beslissing niet zorgvuldig is genomen. Klager heeft tijdens het rogatoir horen gesteld dat het opheffen van zijn belaccount niet te maken heeft met de locatie De Schie en dat ‘het hier wel is gecontroleerd’. Uit de stukken blijkt echter niet wat de locatie De Schie heeft ‘gecontroleerd’ met betrekking tot klagers belaccount en de gestelde onterechte afschrijvingen. Zo blijkt niet dat het afdelingshoofd nader onderzoek heeft gedaan naar de afschrijvingen of navraag heeft gedaan bij de PI Ter Apel  (vergelijk RSJ 3 september 2024, 24/38583/GA en 24/38847/GA en RSJ 16 mei 2024, 22/30186/GA). De directeur van de locatie De Schie stelt dat het opheffen van de belkaart niets van doen heeft met handelen van het personeel van De Schie, maar het kan een gedetineerde niet worden tegengeworpen dat hij in de inrichting waar hij op dat moment verblijft een verzoek doet om een probleem op te lossen. Het afdelingshoofd heeft er blijkens de beschikbare informatie uit het dossier ook niet voor gekozen, als beslissing op klagers verzoek, om klager door te verwijzen naar de PI Ter Apel en zijn probleem daar aan te kaarten.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de beslissing van de directeur als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, zoals hiervoor reeds is aangekondigd de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

 

Geen nieuwe beslissing en geen tegemoetkoming

De beroepscommissie constateert discrepanties in de stukken en toelichtingen van de directeuren wat betreft het hebben van meerdere belkaarten en Telio-nummers, wie die moet afsluiten en wie het beltegoed moet terugstorten. Ook is de mededeling van een contactpersoon van Telio dat er geen bedrag van €474,- terug te vinden is in het rekeningoverzicht niet te volgen, aangezien het klager kennelijk gaat om een optelsom van bedragen. Nu slechts een rekening-courantoverzicht is overgelegd waaruit niet te herleiden is op welke belkaart/Telio-nummer is opgewaardeerd en niet de bel- en opwaardeergeschiedenis van Telio, is klagers stelling voorts niet te controleren.

Toch ziet de beroepscommissie geen aanleiding om de directeur (van de locatie De Schie of de PI Ter Apel) op te dragen om een (nieuwe) beslissing te nemen of om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.  Gelet op de uitleg van de directeur van de PI Ter Apel (in het verweerschrift in beklag van 3 augustus 2023, de nadere toelichting van 28 november 2023 en de reactie in beroep van 4 maart 2024), is onvoldoende aannemelijk geworden dat het pas op 5 februari 2023 opheffen van klagers Telio‑nummer van de PI Ter Apel heeft geleid tot onterechte afschrijvingen. De directeur van de PI Ter Apel geeft aan dat de af- en bijschrijvingen met betrekking tot Telio op het rekening‑courantoverzicht de belkosten zijn die klager heeft gemaakt tijdens zijn verblijf in de locatie De Schie. Hoewel dat niet is onderbouwd met stukken, heeft klager dat ook niet gemotiveerd weersproken. Er zijn geen aanknopingspunten voor klagers stelling dat hij niet zoveel heeft gebeld of dat een andere gedetineerde met zijn belkaart zou hebben gebeld. Klager heeft bovendien niet gespecificeerd waar het bedrag van €474,- (dat volgens klager nog zou zijn opgelopen tot €728,-) vandaan komt.

Daarom zal de beroepscommissie in dit geval volstaan met de gegrondverklaring van het beklag.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 6 februari 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. W.S. Korteling, voorzitter, mr. F.H.J. van Gaal en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven