Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0062/GV, 4 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:04-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/62/GV

betreft: [klager] datum: 4 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Oldenhof, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 januari 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft verzocht om incidenteel verlof teneinde een bezoek aan zijn begin december 2008 geboren zoon te brengen.
Er is wel degelijk sprake van een relatie met zijn vriendin. Zij heeft klager gedurende zijn detentie en hangende de strafzaak zo vaak mogelijk bezocht en hem gesteund. Na zijn detentie zal klager met zijn vriendin gaan samenwonen en de relatie
voortzetten. In de bestreden beslissing wordt de term vriendin gehanteerd, hetgeen suggereert dat verweerder uitgaat van een affectieve relatie. De geboorte van de zoon is een bezegeling van het bestaan van de relatie.
Klager heeft eerder verzocht om incidenteel verlof teneinde bij de bevalling aanwezig te zijn. Toen is aangegeven dat dit niet mogelijk was, maar een kraambezoek wel tot de mogelijkheden behoorde.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In december 2008 heeft het BSD reeds aangegeven dat de door klager beweerde relatie niet kon worden aangetoond. Daarbij was klagers vriendin op dat moment in staat klager te bezoeken. Hierop is telefonisch aangegeven klagers verzoek af te wijzen. Door
omstandigheden is deze beslissing niet eerder op schrift gesteld.

In de toelichting op het beroep is daaraan nog toegevoegd dat uit de toegezonden informatie de aard van de beweerde relatie nog steeds niet is aangetoond. Klagers vriendin is in staat hem met kind te bezoeken.

De directeur van het huis van bewaring Haarlem heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek, wegens diefstal met geweldpleging. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 26 december 2009. Aansluitend dient hij eventueel 14 dagen gijzeling op grond van de Wet
administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Op grond van artikel 21 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.
Incidenteel
verlof kan indien nodig onder begeleiding of bewaking plaatsvinden. Op grond van artikel 26 van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor een kraambezoek aan de levenspartner van de gedetineerde en het pasgeboren kind.
Artikel 1 onder i. van de Regeling bepaalt dat onder levenspartner dient te worden verstaan de echtgenoot van de gedetineerde, alsmede de persoon met wie een aantoonbaar duurzaam samenlevingsverband wordt onderhouden daterend van vóór de aanvang van de
detentie. Naar het oordeel van de beroepscommissie is uit de stukken niet vast komen te staan dat sprake is van een levenspartner in de zin van artikel 1 onder i. van de Regeling. Om die reden dient het beroep ongegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op
4 februari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven