Nummer 24/38935/GM
Betreft [...]
Datum 24 oktober 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [...] (hierna: klager)
1. De procedure
Klagers raadsman, mr. D. Daamen, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat aan hem niet de door de medisch specialist voorgeschreven medicatie (oxycodon) is voorgeschreven.
De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.
De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsman gehoord op de (digitale) zitting van 6 september 2024. Verder is gehoord […], inrichtingsarts, en […], hoofd zorg.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft een liesbreukoperatie ondergaan, wat een bloederige ingreep was. De medisch specialist heeft onder andere oxycodon aan klager voorgeschreven. Toen klager op (vrijdag) 17 november 2023 weer terug was in de PI, kreeg hij echter niet de door het ziekenhuis voorgeschreven medicatie. Klager kreeg die pas een dag later, maar dat is te laat.
Op 17 november 2023 – zo staat ook in het medisch dossier – had klager veel pijn en is de oxycodon toch niet verstrekt. De inrichtingsarts is daarmee afgeweken van het ziekenhuisrecept. De inrichtingsarts heeft op een later moment in plaats van oxycodon tramadol gegeven. Dat er van het advies van de medisch specialist is afgeweken en wat de precieze redenen daarvoor zijn, is niet opgenomen in het medisch dossier.
Standpunt van de inrichtingsarts
Klager is op een vrijdagavond teruggekomen uit het ziekenhuis. Op vrijdagavond zijn er altijd problemen met het verstrekken van (nieuwe) medicatie. Na overleg tussen de inrichtingsarts en de verpleegkundige is besloten om bij terugkomst aan klager geen oxycodon maar tramadol voor te schrijven. De verpleegkundige heeft deze beslissing vervolgens namens de inrichtingsarts aan klager uitgelegd. Zo staat het ook in het medisch dossier vermeld. Een avondarts heeft wel oxycodon aan klager voorgeschreven. De inrichtingsarts was het daar niet mee eens.
De belangrijkste reden om geen oxycodon voor te schrijven is dat klager COPD heeft. Die aandoening is ook door een longarts vastgesteld. Volgens het Farmacotherapeutisch Kompas is COPD een contra indicatie voor het gebruik van oxycodon. Aan klager is daarom in plaats van oxycodon tramadol voorgeschreven. Voor tramadol is COPD geen contra-indictie. Daarnaast is oxycodon een middel met veel bijwerkingen, is dit middel in de PI zeer gewild en heeft het een hoge handelswaarde. Ten slotte is de inrichtingsarts niet afgeweken van het door het ziekenhuis uitgestippelde beleid: aan klager is voor drie dagen oxycodon voorgeschreven en het staat de inrichtingsarts vrij een dergelijk recept niet te verlengen.
3. De beoordeling
Niet ter discussie staat dat aan klager na zijn liesbreukoperatie in het ziekenhuis oxycodon is voorgeschreven. Dit betekent naar het oordeel van de beroepscommissie echter niet dat de inrichtingsarts zonder meer gehouden is datzelfde middel voor te schrijven. De inrichtingsarts is in de PI verantwoordelijk voor de aan een gedetineerde verleende medische zorg en hij beslist welke medicijnen de patiënt in detentie voorgeschreven krijgt.
De inrichtingsarts heeft op de zitting uitgelegd dat de situatie van klager op 17 november 2023 met de verpleegkundige is besproken. De inrichtingsarts heeft onder meer om medische redenen besloten de in het ziekenhuis voorgeschreven oxycodon niet aan klager, die aan COPD lijdt, voor te schrijven. De inrichtingsarts heeft uitgelegd dat COPD een contra indicatie is voor het voorschrijven van oxycodon. De verpleegkundige heeft dit op 17 november 2023 aan klager uitgelegd. Aan klager is in plaats van oxcydon tramadol, die wel bij COPD kan worden gebruikt, voorgeschreven. De handelwijze van de medische dienst komt de beroepscommissie niet onzorgvuldig voor.
Het handelen van de inrichtingsarts kan dan ook niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. Dat de avondarts in de nacht van 17 op 18 november 2023 (of een dag later) toch oxycodon heeft voorgeschreven, waarmee de inrichtingsarts het overigens niet eens was, leidt niet tot een ander oordeel. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is op 24 oktober 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. M.I. van den Baar-Vroon en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.
secretaris voorzitter