Nummer 24/43363/SGA
Betreft [Verzoeker]
Datum 25 september 2024
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting Vught (hierna: de directeur) heeft op 19 september 2024 beslist om verzoekers televisie voor de duur van zeven dagen van zijn cel te verwijderen.
Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
De directeur heeft in reactie op het schorsingsverzoek toegelicht dat op verzoekers meerpersoonscel contrabande is aangetroffen waarvan verzoekers celgenoot heeft aangegeven dat deze aan hem toebehoren. De directeur heeft verzoekers celgenoot daarom een disciplinaire straf opgelegd. De directeur acht het echter niet aannemelijk dat verzoeker niet afwist van de aanwezigheid van de contrabande en in het licht daarvan heeft de directeur besloten om verzoekers televisie van zijn cel te verwijderen.
Hoewel de directeur te kennen heeft gegeven dat de beslissing om verzoekers televisie van zijn cel te verwijderen niet als een disciplinaire straf is opgelegd, kan deze naar het oordeel van de voorzitter niet anders worden opgevat dan dat dit bij wijze van straf is gebeurd. De directeur heeft hiertoe immers besloten omdat hij zowel verzoeker als zijn celgenoot verantwoordelijk houdt voor de inhoud van de cel en niet aannemelijk acht dat verzoeker niet afwist van hetgeen in die cel is aangetroffen. Artikel 51 van de Penitentiaire beginselenwet bevat een limitatieve opsomming van op te leggen disciplinaire straffen en het verwijderen van de televisie staat daar niet bij (vergelijk RSJ 11 april 2023, 21/24887/GA). De bestreden beslissing is dan ook in strijd met een wettelijk voorschrift genomen. De voorzitter zal het verzoek daarom toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang schorsen tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
Deze uitspraak is op 25 september 2024 gedaan door mr. M.L. Plas, voorzitter, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 04-11-2024 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 25-09-2024