Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3037/GV, 16 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:16-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3037/GV

betreft: [klager] datum: 16 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 november 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Op het opgegeven verlofadres wonen klagers zus en haar echtgenoot. Klagers zus is gehoord in de strafzaak, maar nooit als verdachte aangemerkt. Zij heeft er in het geheel niets mee te maken. Klagers zwager
evenmin.
Het verlofadres is in [A], de slachtoffers wonen in [B], 30 km verderop. Klager is absoluut niet van plan om zich in de buurt van de slachtoffers te begeven.
Klager komt op 24 juli 2009 vrij. Hij staat op de nominatie voor deelname aan een penitentiair programma. Het verlof is daarom ook belangrijk voor klager. Hij kan dan laten zien dat hij het ‘waard is’. Klager heeft in de inrichting nooit rapport
gehad.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het verzoek om algemeen verlof is afgewezen vanwege het negatieve advies van het OM en het negatieve advies van de politie met betrekking tot het verlofadres.
Klager toont op geen enkele wijze aan dat zijn zus enkel gehoord zou zijn in de strafzaak en niet is aangemerkt als verdachte. Volgens de rapportage van de politie zijn de bewoners van het verlofadres gehoord omdat ook zij als verdachten uit het
onderzoek naar voren waren gekomen. Het verlofadres is derhalve niet goedgekeurd. Indien klager met een ander en wel goedgekeurd en aanvaardbaar verlofadres komt, kan ingestemd worden met verlof onder voorwaarden.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. De advocaat-generaal bij het ressortsparket te ‘s-Hertogenbosch heeft aangegeven bezwaren te hebben tegen
verlofverlening. De politie te Heerlen heeft geadviseerd de verlofaanvraag niet te honoreren omdat de bewoners van het verlofadres in het onderzoek ook als verdachte naar voren waren gekomen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 5 jaar met aftrek, wegens een zedendelict. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 juli 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De aanvraag voor algemeen verlof is afgewezen op de grond dat het verlof tot maatschappelijke onrust zou kunnen leiden en vanwege het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres. De omstandigheid dat de bewoners van het verlofadres aanvankelijk als
verdachten zijn aangemerkt, wordt door klager ontkend. Weliswaar wordt in een rapport van de politie van 20 oktober 2008 vermeld dat de bewoners van het verlofadres tijdens het onderzoek als verdachte naar voren zijn gekomen, niet is gebleken of de
verdenkingen die ten aanzien van hen zijn gerezen, hebben geleid tot enige strafvorderlijke beslissing. De beroepscommissie acht dit van belang, omdat dit een indicatie vormt voor de vraag of de verdenkingen voldoende serieus waren.
De grond dat het verlof tot maatschappelijke onrust zou kunnen leiden is verder onvoldoende onderbouwd, temeer nu door klager onweersproken wordt gesteld dat de slachtoffers in [B] wonen en niet in [A]. Gelet op het vorenstaande kan de bestreden
beslissing wegens een motiveringsgebrek niet in stand blijven. Het beroep is mitsdien gegrond. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na
ontvangst. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 16 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven