nummer: 08/1622/GA
betreft: [klager] datum: 15 december 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 26 juni 2008 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.)/ISD Rotterdam,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 27 oktober 2008, gehouden in de locatie Zoetermeer, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. F.E. van der Zee en [...], unit-directeur van het h.v.b./ISD Rotterdam.
Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de beroepscommissie de behandeling van het beroep aangehouden, zodat het Deltalab schriftelijk inlichtingen kon verstrekken over de interpretatie van de uitslag in samenhang met het medicatiegebruik
van klager. Een afschrift van de bevindingen van het Deltalab is gestuurd naar klager, diens raadsvrouw en de directeur.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, wegens een positieve score op amfetamine bij een urinecontrole. Dit is de uitkomst van het onderzoek van de urine als van het door de gedetineerde verzochte
herhalingsonderzoek.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De medicatie die klager gebruikt heeft wel degelijk invloed op de uitslag van een urinecontrole. Ter onderbouwing van die stelling is e-mail correspondentie tussen de raadsvrouw en een medewerkster van het Deltalab verstrekt.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op het aanvraagformulier wordt aangegeven welke medicatie gedetineerden gebruiken. De directeur gaat ervan uit dat het Deltalab hier rekening mee houdt. De directeur heeft ter zitting kennisgenomen van de inhoud van voornoemde correspondentie en is
verrast door de inhoud daarvan.
3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft de behandeling in beroep aangehouden, opdat het Deltalab schriftelijk nadere inlichtingen zou kunnen verschaffen over de interpretatie van de uitslag in samenhang met klagers medicijngebruik.
Uit de inlichtingen van het Deltalab van 6 november 2008 blijkt het volgende. Bij de screeningsmethode wordt geen rekening gehouden met medicatie. Om gebruik of misbruik van medicatie aan te tonen moet op stofniveau geanalyseerd worden. Dit kan alleen
met behulp van een bevestigingsonderzoek. Bij een bevestigingsonderzoek (contra-expertise) wordt de medicatie altijd meegenomen in de beoordeling. In het onderhavige geval is geen bevestigingsonderzoek aangevraagd. Wel heeft het Deltalab aangegeven dat
het gebruik van duspatal een positieve screening geeft.
De beroepscommissie stelt vast dat op het aanvraagformulier van 13 mei 2008 klagers medicatiegebruik is ingevuld. In het schriftelijk verslag van 16 mei 2008, opgemaakt door de penitentiaire inrichting naar aanleiding van de ontvangen uitslag
urinecontrole, staat eveneens vermeld dat klager twee soorten medicijnen gebruikt. In het schriftelijk verslag van 21 mei 2008, opgemaakt naar aanleiding van de uitslag van het herhalingsonderzoek, staat vermeld;‘er is nog gekeken naar eventuele
medicatie, maar ook hier is geen sprake van’.
Volgens artikel 6, vierde lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) dient de uitslag van een herhalingsonderzoek aan de gedetineerde te worden meegedeeld. Hierbij wordt de gedetineerde gewezen op het recht op
een bevestigingsonderzoek. Uit het verslag omtrent de uitslag van het herhalingsonderzoek volgt dat gedetineerde deze uitslag niet is meegedeeld. Hieruit concludeert de beroepscommissie dat hem bij die gelegenheid ook niet, ingevolge artikel 6, vierde
lid, van de Regeling, is gewezen op de mogelijkheid een bevestigingsonderzoek aan te vragen. Dit verzuim is des temeer van belang nu bij zo een bevestigingsonderzoek wel rekening gehouden wordt met medicatiegebruik.
Gezien het vorenstaande oordeelt de beroepscommissie dat klager onvoldoende in de gelegenheid is gesteld om een bevestigingsonderzoek aan te vragen. Gezien het feit dat duspatal een positieve screening geeft, die bij een bevestigingsonderzoek wordt mee
beoordeeld, staat naar het oordeel van de beroepscommissie ook niet voldoende vast dat klager amfetamine heeft gebruikt. De beroepscommissie zal het beroep en het onderliggende beklag derhalve gegrond verklaren. Zij zal aan klager een tegemoetkoming
toekennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart. het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit dr. U. van de Pol, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 15 december 2008.
secretaris voorzitter