nummer: 08/3175/GV
betreft: [klager] datum: 11 december 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E. Osinga, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 8 december 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. E. Osinga om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. klagers vriendin was acht maanden zwanger en heeft vorige week een miskraam gehad. In verband met deze emotionele gebeurtenis en de aanstaande begrafenis is het verzoek om strafonderbreking gedaan. Het
verzoek is afgewezen omdat er in onvoldoende mate zou zijn aangetoond dat klager de vader is van het kind. Hij zou het kind niet erkend hebben en het strafrestant zou te hoog zijn. Klager stelt dat er DNA-materiaal voorhanden is waaruit blijkt dat hij
wel degelijk de vader is. Voorts heeft hij alles in het werk gesteld, voor zover mogelijk, om het kind alsnog te erkennen. Er is geen gevaar dat klager zich aan detentie zal onttrekken. De vorige onttrekking aan detentie vond plaats onder geheel andere
omstandigheden, die thans niet aan klager kunnen worden tegengeworpen. Gewezen wordt op artikel 8 EVRM waarin is bepaald dat klager recht heeft op familylife waardoor hij niet weerhouden kan worden van het bijwonen van momenten zoals geboorte dan wel
het overlijden van directe familieleden. Klager is binnen zeer kort tijdsbestek geconfronteerd met de dood van zijn vader, moeder en kind. Het is voor hem vrijwel onmogelijk om zijn gevoelens in detentie te uiten. Het is van eminent belang dat klager
in
ieder geval dit verlies kan delen met zijn vriendin met wie hij al jaren een affectieve relatie onderhoudt. Zijn vriendin is danig in psychische onbalans geraakt en heeft bijstand nodig van klager. Van klager is vernomen dat er een psychisch rapport is
opgemaakt dat zulks zou bevestigen. Subsidiair kan het verzoek opgevat worden als een verzoek tot (begeleid) verlof.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen omdat volstrekt niet is aangetoond dat klager de vader is van het kind terwijl ook, zoals bedoeld in artikel 22 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, de relatie en de band die klager heeft met [...] niet is
aangetoond. Daarnaast is het wellicht zo dat de aanwezigheid mogelijk wenselijk is doch geenszins noodzakelijk. Klager heeft nog een lange straf, te weten vier jaar, te gaan. Hij heeft bij een eerdere detentie niet geschuwd zich te onttrekken aan
detentie. Dit alles maakt dat het verzoek is afgewezen.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Alphen aan den Rijn heeft aangegeven dat aan klager geen rapporten zijn opgelegd en klagers gedrag in positieve termen beschreven. In 1985 heeft hij zich onttrokken aan detentie en in 1991 is hij niet teruggekeerd van een
aan hem toegekend verlof. Er is geen advies uitgebracht omdat er geen afdelingshoofd aanwezig was maar de inrichting heeft eerder positief geadviseerd terzake van een strafonderbreking voor de duur van twee dagen in verband met de slechte
gezondheidstoestand van zijn moeder.
Uit een schrijven d.d. 4 december 2008 van de gynaecoloog [...] verbonden aan Mesos, medisch centrum te Utrecht, volgt dat klagers partner zwanger was, maar dat het kindje is overleden. Besloten is om de bevalling op te wekken. Klagers partner heeft
aangegeven dat zij het fijn vindt als klager, haar partner, hierbij aanwezig kan zijn.
Uit een schrijven d.d. 5 december 2008 van de inrichtingspsycholoog [...] verbonden aan de locatie Alphen aan den Rijn volgt het verzoek om in verband met het overlijden van zijn ongeboren kind aan klager een strafonderbreking van een week te verlenen;
ook in verband met de zorg naar de moeder van dit kindje.
Uit een schrijven d.d. 6 december 2008 van de psychiater [...] verbonden aan GGZ Altrecht te Utrecht volgt dat klagers partner gaat bevallen van een intra-uteriene vruchtdood. Klagers aanwezigheid bij de partus is voor zijn partner dringend gewenst.
Uit een overzicht van bezoeken die in 2008 aan klager hebben plaatsgevonden, volgt dat [...] hem frequent heeft bezocht en dat dertienmaal bezoek zonder toezicht heeft plaatsgevonden.
Uit de telefonische toelichting van de secretaresse van klagers raadsman van 10 december 2008 volgt dat inmiddels de partus van het dode kind heeft plaatsgevonden en dat gewacht wordt op de uitspraak van de beroepscommissie alvorens het kind zal worden
begraven c.q. gecremeerd.
Uit de nadere schriftelijke toelichting van de selectiefunctionaris volgt dat het verzoek is afgewezen omdat volstrekt niet is aangetoond dat klager de vader is van het kind en de relatie en de band die klager heeft met [...] niet zijn aangetoond.
Verzuimd is te benoemen dat indien dit wel is aangetoond het mogelijk is om klager door middel van begeleid bezoek een bezoek te laten brengen aan moeder en kind.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van negen jaar met aftrek, wegens gekwalificeerde vermogensdelicten. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 28 september 2012.
Klager heeft verzocht om strafonderbreking om zijn partner te kunnen bijstaan bij de partus van hun overleden kind. Uit de telefonische toelichting van de secretaresse van klagers raadsman volgt dat de partus inmiddels heeft plaatsgevonden en dat
gewacht wordt op de uitspraak in de onderhavige beroepszaak voordat het kind wordt begraven/gecremeerd.
Krachtens artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanige bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van
verlof. Onder bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer dient de begrafenis/crematie van een kind te worden begrepen. Door de selectiefunctionaris is aangevoerd dat niet vast staat dat klager de vader is van het overleden kind en dat ook niet
is aangetoond dat de band, die klager met de moeder van het kind heeft, voldoet aan de eisen van artikel 22, eerste lid, van de Regeling. Uit het bij de stukken gevoegde overzicht van bezoeken van mevrouw [...]. aan klager in 2008 volgt dat zij hem
zeer
regelmatig heeft bezocht en dat dertienmaal bezoek zonder toezicht heeft plaatsgevonden. In de bij de stukken gevoegde brieven van de gynaecoloog, inrichtingspsycholoog en psychiater van mevrouw [...] is sprake van partnerschap tussen klager en mevrouw
[...] en wordt gesproken over hun overleden kind. De beroepscommissie is van oordeel dat uit het bovenstaande niet aannemelijk wordt dat er tussen klager en zijn vriendin geen sprake zou zijn van een relatie en dat het overleden kind niet klagers kind
zou zijn. Het argument dat klager zich eerder aan detentie heeft onttrokken, weegt onvoldoende zwaar nu deze onttrekkingen in 1985 en 1991 hebben plaatsgevonden. Naar het oordeel van de beroepscommissie staat het strafrestant, gelet op de aard van de
delicten, een strafonderbreking eveneens niet in de weg.
De bestreden beslissing kan in het licht van het voorgaande niet in stand blijven. Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd.
De beroepscommissie zal, gelet op de tijdsdruk, de selectiefunctionaris opdragen terstond een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Er zijn geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op terstond een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 december 2008
secretaris voorzitter