Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/42776/SGA, 30 augustus 2024, schorsing
Uitspraakdatum:30-08-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/42776/SGA
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    30 augustus 2024


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Leeuwarden (hierna: de directeur) heeft op 
16 augustus 2024 aan verzoeker een aantal toezichtsmaatregelen opgelegd, ingaande op 
16 augustus 2024 om 16:30 uur en eindigend op 4 oktober 2024 om 16:30 uur. 

Verzoekers raadsman, mr. M. de Reus, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (LW 2024-598).

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat deels het geval.

Namens verzoeker is aangevoerd dat de informatie waarop de bestreden beslissing is gebaseerd niet feitelijk is onderbouwd. Ten aanzien van de toezichtsmaatregelen met betrekking tot post, bezoek en bellen is de noodzaak onvoldoende gemotiveerd. Ten aanzien van de deelname aan de arbeid geldt dat uitsluiting daarvan slechts kan geschieden op grond van een ordemaatregel voor een periode van maximaal twee weken. Tot slot is de bestreden beslissing onvoldoende zorgvuldig, omdat de directeur geen belangenafweging heeft gemaakt.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat uit informatie van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) blijkt dat verzoeker wordt verdacht van meerdere levensdelicten die het gevolg zijn van een gewelddadig conflict tussen twee criminele samenwerkingsverbanden. Als verzoeker hiervoor wordt veroordeeld, is de kans zeer aannemelijk dat een hoge gevangenisstraf zal volgen. Om die reden is er volgens de directeur sprake van een ernstig veiligheidsrisico ten aanzien van verzoeker en ook vanuit verzoeker naar derden. De directeur zal verzoeker dan ook voorstellen bij het Operationeel Overleg voor plaatsing op de lijst van gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-lijst). In afwachting van een eventuele beslissing daarover is het noodzakelijk om verzoekers contacten met buitenaf maximaal te monitoren en om verzoeker conform de arbeidsregeling van de PI Leeuwaarden structureel uit te sluiten voor deelname aan de arbeid, aldus de directeur.

De voorzitter overweegt als volgt.

Uit de schriftelijke mededeling van de bestreden beslissing blijkt dat de aan verzoeker opgelegde toezichtsmaatregelen bestaan uit:
-    Opnemen, afluisteren, vertalen van gesprekken tijdens bezoek en indien nodig zenden aan het GRIP;
-    Opnemen, afluisteren, vertalen van telefoongesprekken en indien nodig zenden aan het GRIP;
-    Inhoudelijke controle, kopiëren en indien nodig toezenden brieven/poststukken aan het GRIP;
-    Vooraf screenen van verzoekers telefooncontacten en bezoek;
-    Uitsluiting van deelname aan de arbeid;
-    Uitsluiting van deelname aan alle bijzondere en gezamenlijke activiteiten buiten de woonafdeling.

Uitsluiting van deelname aan de arbeid
Op grond van artikel 1a, tweede lid, van de Regeling arbeid gedetineerden (hierna: de Regeling) kan de directeur beslissen om een gedetineerde die wel in staat maar niet bereid is om zich in te zetten en een prestatie te leveren, structureel uit te sluiten van toegang tot de arbeid. 

De voorzitter begrijpt op basis van de door de directeur gegeven toelichting dat verzoeker is uitgesloten van deelname aan de arbeid vanwege veiligheidsrisico’s en met het doel om toezicht uit te oefenen. Het is de voorzitter niet gebleken dat verzoeker niet bereid is om zich in te zetten voor de arbeid en een prestatie te leveren. De beslissing om verzoeker uit te sluiten van de arbeid kon dan ook niet op voornoemde bepaling worden gebaseerd. Indien de directeur verzoeker wil uitsluiten van deelname aan de arbeid vanwege (ernstige) veiligheidsrisico’s, bestaat hiervoor een andere wettelijke grondslag in de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Op grond van artikel 23, eerste lid, aanhef en onder a, van de Pbw kan de directeur een gedetineerde voor de duur van ten hoogste twee weken uitsluiten van deelname aan een of meer activiteiten als dit in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting noodzakelijk is. 

Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing voor zover het de maatregel ‘uitsluiting van de arbeid’ betreft in strijd met de wet genomen. De voorzitter zal het verzoek daarom in zoverre met onmiddellijke ingang toewijzen.

Overige toezichtsmaatregelen
Ten aanzien van de overige toezichtsmaatregelen is – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – de noodzaak van de bestreden beslissing voldoende aannemelijk geworden in het licht van (een van) de belangen als genoemd in artikel 36, vierde lid, van de Pbw. De voorzitter zal het verzoek daarom afwijzen voor zover dit ziet op de beslissing van de directeur om aan verzoeker de overige toezichtsmaatregelen op te leggen.

 


3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe voor zover dit ziet op de oplegging van de toezichtsmaatregel ‘uitsluiting van deelname aan de arbeid’ en schorst in zoverre de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.
De voorzitter wijst het verzoek af voor zover dit ziet op de oplegging van de overige toezichtsmaatregelen.


Deze uitspraak is op 30 augustus 2024 gedaan door mr. D. Riani el Achhab, voorzitter, bijgestaan door mr. L.M. Uljee, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven