Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/35785/GA, 2 september 2024, beroep
Uitspraakdatum:02-09-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/35785/GA
        
                
Betreft    klager
Datum    2 september 2024    


Uitspraak van de beroepsrechter van de RSJ op het beroep van

de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur)

 

1. De procedure
klager (hierna: klager) heeft, voor zover in beroep aan de orde, beklag ingesteld tegen het te laat uitreiken van de schriftelijke mededeling van de opgelegde disciplinaire straf.

De beklagcommissie bij de PI Krimpen aan den IJssel heeft op 23 augustus 2023 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €12,50 (IJ-2023-849). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepsrechter heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling
De beroepsrechter kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming en overweegt daarbij het volgende. De directeur verwijst naar twee uitspraken van de beroepscommissie waarin onder meer is bepaald dat het toekennen van een tegemoetkoming aan klager niet meer op zijn plaats wordt geacht omdat vaststaat dat van de gemaakte vergissing in voldoende mate excuses zijn gemaakt en klager een passende compensatie is aangeboden die door hem niet is aanvaard. Dit wil echter niet zeggen dat er in beklag nooit meer ruimte kan zijn voor het toekennen van een tegemoetkoming als de directeur op enig moment een passende compensatie heeft aangeboden (bijvoorbeeld conform de standaardbedragen van de RSJ) (vergelijk RSJ 6 februari 2024, 23/33951/GA). Het gaat in dit geval om het niet onverwijld uitreiken van de schriftelijke mededeling van de straf. Uit klagers standpunt ter beklagzitting blijkt dat het hem, ondanks de uitleg van de juridisch medewerker, kennelijk niet duidelijk is geweest waarom hem het aanbod van een tegemoetkoming van €12,50 werd gedaan en wat de gevolgen daarvan waren. Niet blijkt dat klager bijstand had van een advocaat om dit te bespreken. Het beroep zal gelet hierop ongegrond worden verklaard.

 


3. De uitspraak
De beroepsrechter verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 


Deze uitspraak is op 2 september 2024 gedaan door mr. drs. F.A.M. Bakker , beroepsrechter, bijgestaan door mr. S. Jousma, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven