Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1539/TA, 17 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:17-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1539/TA

betreft: [klager] datum: 17 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.Th.M. Zumpolle, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 juni 2008 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 september 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting mr. R.W.H.H. Molmans.

Klagers raadsman mr. M.Th.M. Zumpolle heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en is in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op het verslag van de zitting te reageren vóór 17 oktober 2008. De nadere reactie van de
raadsman is op het secretariaat van de Raad ontvangen op laatstgenoemde datum.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover in beroep van belang
Het beklag houdt in:
a.: tijdens het uitsluitprogramma heeft klager geen contact met medeverpleegden;
b.: klager mag niet meer dan 30 uur per week werkzaamheden verrichten en
c.: de kosten voor transport naar het ziekenhuis zijn van klagers rekening afgeschreven.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a.:
Het uitsluitprogramma is hem opgelegd omdat hij in de oranje plusfase was geplaatst in verband met drugsgebruik. Dit was de tweede keer dat hij daarvoor werd gepakt. Tijdens het uitsluitprogramma heeft hij onvoldoende contact gehad met

medeverpleegden. Hij werd uitgesloten als de andere verpleegden naar hun werk waren. De reiniger was dan tevens uitgesloten, maar bezig met zijn werkzaamheden. Omdat klager in diskrediet was bij de reiniger praatte hij niet met hem. Klager heeft het
recht om tenminste vier uur per dag met andere verpleegden door te brengen.
’s Avonds had hij wel twee uur contact met medeverpleegden en ook in het weekend had hij contact.
Met betrekking tot b.:
De zorgmanager [...] heeft tegen hem gezegd dat werken een goede therapie voor hem was. Klager heeft zich ziek gemeld nadat hem andere medicatie is voorgeschreven in verband met ADHD, waardoor hij erg misselijk en duizelig werd. Daarna begon hij met
10
uur werken per week en heeft hij dit uitgebouwd tot 30 uur. De zorgmanager zei dat hij weer 30 uur zou kunnen werken. Op deze toezegging mocht klager vertrouwen. Verzocht wordt om de zorgmanager hierover te horen.
Met betrekking tot c.:
Klager werd opgehaald voor transport naar het ziekenhuis, maar heeft besloten om niet mee te gaan in verband met zijn gemoedstoestand. Ze moeten hem tevoren de gelegenheid geven om het transport af te zeggen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a.:
Klager is op verschillende momenten uitgesloten en had gedurende minimaal vier uur per dag de mogelijkheid om met één of meer medeverpleegden contact te hebben. Er is niet voor gekozen om hem tijdens de maaltijden uit te sluiten omdat hij in 2007 en
begin 2008 voor problemen en onrust heeft gezorgd tijdens de maaltijden.
Met betrekking tot b.:
Klager kwam uit de oranje fase. In het behandelteamoverleg is beslist dat het beter was om hem geen 30 uur per week te laten werken.
Met betrekking tot c.:
Er loopt nog een interne procedure via het maatschappelijk werk. De kosten van het transport worden gereserveerd, maar niet afgeschreven van zijn rekening.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het schriftelijke verzoek van klagers raadsman om de zorgmanager te horen af.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie, waarbij met betrekking tot a. nog wordt overwogen dat, gelet op de problemen die er in het verleden zijn
geweest tijdens klagers deelname aan de gemeenschappelijke maaltijden, de beroepscommissie het niet onredelijk of onbillijk acht dat hij gedurende die maaltijden niet is uitgesloten. Daarbij komt dat contact met andere verpleegden mogelijk was tijdens
de avonduren. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. dr. E.J. Hofstee en mr.drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van, mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 november 2008

secretaris voorzitter

Naar boven