Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1633/GA, 27 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1633/GA

betreft: [klager] datum: 27 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 juli 2008 van de beklagcommissie bij de gevangenis Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 31 oktober 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.A.G.W.M. van der Vleuten, en [...], unit-directeur bij de gevangenis Nieuw
Vosseveld.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
De uitspraken betreffen de vermissing/beschadiging van goederen na klagers overplaatsing.

De beklagcommissie heeft de beklagen deels ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en deels onbeslist gelaten.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is op 17 juli 2007 overgeplaatst vanuit de gevangenis Roermond naar de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught. In Roermond is de cel van
klager op 14 juli 2008 ontruimd door twee medewerkers van de inrichting. Klager verbleef toen in een isoleercel. In de gevangenis Vught bleek dat enkele kostbare goederen niet zijn overgekomen vanuit Roermond. Klager mist een Nintendo Gameboy, een
ventilator van het merk Princess en twee korte broeken van het merk Puma. Verder is de zonnebril van klager beschadigd. De adapter van de discman is inmiddels terecht. Deze klacht en de klacht over de vermissing van de drie potten oploskoffie en de
koptelefoon van het merk Philips, kunnen verder buiten beschouwing blijven.
In beginsel is klager zelf verantwoordelijk voor de voorwerpen op zijn eigen cel. Echter, nu klager niet in de gelegenheid is gesteld om bij de ontruiming van zijn cel aanwezig te kunnen zijn en derhalve geen toezicht heeft kunnen uitoefenen op zijn
spullen, gaat de verantwoordelijkheid voor de vermissing van de goederen over op de directeur van de inrichting. De waarde van de Gamboy Nintendo betreft € 225,=. Weliswaar is op het celontruimingsformulier geen Gameboy aangekruist, maar hieruit kan
niet de conclusie worden getrokken dat klager de Gameboy intern heeft uitgeleend of verhandeld. Dit zou betekenen dat een gedetineerde in vermissingszaken als deze per definitie kansloos is. Voldoende aannemelijk is dat klager een Gameboy op zijn cel
heeft gehad, dat deze niet is uitgevoerd en niet is overgekomen vanuit de gevangenis Roermond door een omstandigheid die niet aan klager is toe te rekenen. Interne verhandeling of uitlening is niet aannemelijk, aangezien klager nog wel de spellen en de
oplader van de Gameboy in zijn bezit heeft. Zonder deze spellen en oplader is een Gameboy onbruikbaar.
De waarde van de ventilator van het merk Princess bedraagt € 40,=. Uit de gegevens van de gevangenis Roermond blijkt dat twee ventilatoren zijn ingevoerd, waarvan één ventilator van het merk Princess. Op het celontruimingsformulier zijn twee
ventilatoren aangekruist. Op de lijst van ingekomen goederen van de gevangenis Vught wordt slechts melding gemaakt van één ventilator van het merk Tropical. Klager heeft de tweede ventilator nimmer ontvangen.
De waarde van de zonnebril van het merk Ray Ban bedraagt € 140,=. Klager acht het voldoende aannemelijk dat tijdens de overbrenging van de zonnebril deze is beschadigd. Er mist een glas in de zonnebril. Op de celontruimingslijst wordt geen melding
gemaakt van een beschadiging. Op de lijst ‘meegegeven goederen’ zijn van de drie brillen, twee brillen opgenomen met de aantekening ‘met plakband aan elkaar’. Dit betreft echter geen plakband, maar is origineel zo.
De waarde van de korte broeken van het merk Puma bedraagt € 45,= per korte broek. Op het celontruimingsformulier zijn geen korte broeken aangevinkt. Op de lijst ‘meegegeven goederen’ zijn wel twee korte broeken opgenomen. Deze zijn echter niet van
klager. Uit de overgelegde in- en uitvoerlijsten van de gevangenis Roermond is duidelijk dat klager de korte broeken wel heeft laten invoeren.
Klager meent dat het systeem voor de overdracht van goederen niet waterdicht is. Zo wordt op het celontruimingsformulier geen discman aangekruist, terwijl klager deze wel in Vught heeft ontvangen. Hetzelfde geldt voor de sieraden van klager. Klager
verzoekt om een redelijke tegemoetkoming.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is verantwoordelijk voor de eigendommen op zijn cel. Het celontruimingsformulier is op ambtseed opgemaakt door twee medewerkers. De
inrichting moet uitgaan van de juistheid van de hierop weergegeven gegevens. Dit betekent dat als op het celontruimingsformulier geen voorwerpen staan aangekruist, deze ook niet aanwezig waren. Aan klager is één spelcomputer overhandigd. Wat betreft de
ventilator constateert de directeur dat er blijkbaar iets is misgegaan. In Roermond waren er nog twee ventilators, in Vught slechts één. Wat betreft de zonnebril merkt de directeur op dat klager heeft getekend voor ontvangst. Er lijkt één bril te
ontbreken. Kennelijk gaat het om een gebroken glas. De korte broeken zijn aan klager uitgereikt.

3. De beoordeling
Op het vervoer van goederen van gedetineerden zijn van toepassing de circulaires van de minister van Justitie van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ en 20 december 1996, kenmerk 586080/96/DJI. De in deze circulaires vervatte regeling houdt, voor
zover hier van belang, met betrekking tot de aansprakelijkheid van inrichtingen van het gevangeniswezen voor het vervoer van goederen van gedetineerden het volgende in: als uitgangspunt geldt ‘dat de verzendende inrichting aansprakelijk is voor de
vracht. Na tekenen voor ontvangst door de ontvangende inrichting gaat de verantwoordelijkheid over op deze inrichting. Klachten dienen dus, afhankelijk van het feit of er wel of niet getekend is voor ontvangst, bij de verzendende dan wel de ontvangende
inrichting te worden gedeponeerd’.
Klager is op 17 juli 2007 overgeplaatst van de gevangenis Roermond naar de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught. Uit de vrachtbrief van 19 juli 2007 met nummer 162353 blijkt dat de gevangenis Nieuw Vosseveld voor ontvangst heeft getekend. Dit betekent
dat de aansprakelijkheid voor klagers goederen is overgegaan op de ontvangende inrichting. De beklagcommissie bij de gevangenis Roermond had derhalve de beklagen dienen door te zenden naar de beklagcommissie bij de gevangenis Nieuw Vosseveld in plaats
van daarop zelf (deels) te beslissen. Nu dit niet is gebeurd, kan de beslissing van de beklagcommissie niet in stand blijven en dient deze te worden vernietigd.

Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie de beklagen niet alsnog doorzenden naar de beklagcommissie bij de gevangenis Nieuw Vosseveld, maar deze in eerste en enige aanleg zelf afdoen. De beroepscommissie overweegt omtrent dienaangaande het
volgende.
Wat betreft de Gameboy van het merk Nintendo is de vermissing onvoldoende aannemelijk geworden. Op het celontruimingsformulier is niet aangetekend dat de Gameboy zich op cel bevond. De beroepscommissie heeft geen aanleiding om aan de juistheid van deze
lijst te twijfelen, temeer nu deze op de voorgeschreven wijze door twee personeelsleden is opgemaakt. Dit onderdeel van het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Wat betreft de ventilator van het merk Princess acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk dat de vermissing voor rekening dient te komen van de directeur. Immers, op het celontruimingsformulier zijn twee ventilators aangekruist, terwijl in Vught
slechts één ventilator aan klager is uitgereikt. Dit onderdeel van het beklag zal derhalve gegrond worden verklaard.
Wat betreft de twee korte broeken van het merk Puma is de vermissing onvoldoende aannemelijk geworden. Niet kan worden vastgesteld dat klager in bezit was van korte broeken van het merk Puma en dat de twee korte broeken die hem in Vught zijn
uitgereikt,
niet van hem waren. Dit onderdeel van het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Wat betreft de beschadiging van de zonnebril van het merk Ray Ban, moet op grond van de stukken en de ter zitting gegeven toelichting ervan worden uitgegaan dat deze tijdens het transport is beschadigd. Op het celontruimingsformulier wordt immers nog
geen melding gemaakt van een beschadigde zonnebril. Dit onderdeel van het beklag zal derhalve gegrond worden verklaard.

Voor de onderdelen waarop het beklag gegrond zal worden verklaard, komt klager in aanmerking voor een tegemoetkoming. De beroepscommissie stelt de tegemoetkoming vast op € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart. het beklag alsnog gegrond wat betreft de vermissing van de ventilator en de beschadiging van de zonnebril.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Zij verklaart. de beklagen voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 november 2008

secretaris voorzitter

Naar boven