Nummer: 08/2299/GB
Betreft: [klager] datum: 26 november 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 2 september 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis De Schie te Rotterdam afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 23 januari 2007 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis Veenhuizen, locatie Esserheem.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is zo’n 15 jaar in Nederland. Hij heeft zich altijd netjes gedragen tot de laatste keer toen hij werd aangehouden. Klager was in het bezit van een verblijfsvergunning en ziet zichzelf daarom niet als een illegaal. Hij wil graag zijn
verblijfsvergunning terug. Klagers zaak is nog in hoger beroep. Klager wil graag zijn verdere straf uitzitten in Rotterdam. De reden waarom hij graag naar Rotterdam wil is dat zijn vriendin, vrienden en advocaat in Rotterdam wonen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op 28 september 2007 is klager geselecteerd voor de p.i. Veenhuizen, locatie Esserheem. Daarbij is rekening gehouden met zijn opgegeven voorkeur. Klager gaf aan dat een gedeelte van zijn familie en vrienden in de omgeving van Veenhuizen wonen. Op 12
augustus 2008 heeft klager een overplaatsingsverzoek gedaan waarin klager aangeeft zijn verdere straf in Rotterdam te willen uitzitten. Uit navraag bij de p.i. Esserheem bleek dat klager de status heeft van VRIS-kandidaat (vreemdeling in strafrecht).
Binnen de p.i. Veenhuizen is er expertise beschikbaar ten behoeve van het voorbereiden van klagers terugkeer naar zijn land van herkomst. Gedetineerden die na de executie van hun vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf in Nederland meer hebben, worden
geplaatst in speciaal daarvoor aangewezen inrichtingen. De p.i. Veenhuizen is aangewezen voor (VRIS)-gedetineerden met een strafrestant van 4 maanden en meer. Het Detentiecentrum in Alphen aan den Rijn is aangewezen voor (VRIS)-gedetineerden met een
strafrestant tot 4 maanden. Met een einddatum detentie van 22 september 2009 hoort klager in de p.i. Veenhuizen. Vanaf medio 2009 komt hij in aanmerking voor doorplaatsing naar het Detentiecentrum in Alphen aan den Rijn. In september 2007 heeft klager
zijn voorkeur uitgesproken voor de p.i. Veenhuizen. Zijn voorkeur is destijds gehonoreerd. Klagers argumenten om nu te worden overgeplaatst naar Rotterdam (zijn vriendin, vrienden, advocaat en dokter wonen in Rotterdam), geven onvoldoende aanleiding om
zijn verzoek te honoreren.
4. De beoordeling
Nu het advies van de inrichting niet inhoudt dat klager thans als een illegale vreemdeling moet worden aangemerkt, is de bestreden beslissing niet begrijpelijk en moet deze daarom worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in
tegenwoordigheid van L. van Alff, secretaris, op 26 november 2008
secretaris voorzitter