Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2065/GB, 26 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2065/GB

Betreft: [klager] datum: 26 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.L.J. Janssen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 augustus 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Almere afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 18 maart 2008 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. Almere. Op 11 juni 2008 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. Zutphen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is ten onrechte overgeplaatst naar het h.v.b. Zutphen. Er zijn toezeggingen gedaan dat hij zou worden teruggeplaatst. Niet valt in te zien waarom klager ondanks verbouwingsactiviteiten in Almere niet zou kunnen worden teruggeplaatst en zijn
verzoek om terugplaatsing categorisch wordt afgewezen. Bezien zou kunnen worden of hij op een wachtlijst geplaatst zou kunnen worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In verband met de brandveiligheid en de verbouwingen als gevolg daarvan, zijn er 30 cellen onttrokken aan de capaciteit van de penitentiaire inrichtingen Almere. De komende weken zal dat aantal worden uitgebreid tot 80 cellen. De capaciteit dient
voornamelijk ingezet te worden voor de eerste insluitingen en verzoeken om overplaatsingen worden niet gehonoreerd. Zodra er weer voldoende capaciteit is, zal klagers verzoek tot overplaatsing alsnog in behandeling genomen worden en klager worden
overgeplaatst naar het h.v.b. Almere.
In reactie op het ingediende beroep heeft de selectiefunctionaris daaraan nog toegevoegd dat het Openbaar Ministerie per brief van 25 juli 2008 heeft aangegeven dat klager als verdachte binnen een onderzoek is aangemerkt en bezwaar bestaat tegen de
overplaatsing van klager naar het h.v.b Almere, omdat -blijkens de brief- één of meer medeverdachten in het h.v.b. Almere verblijven.

4. De beoordeling
De selectiefunctionaris heeft in de bestreden beslissing aangegeven dat op het moment van klagers verzoek de capaciteit dermate ontoereikend was, dat verzoeken om overplaatsing naar het h.v.b. Almere in afwachting van de verbouwingen, niet gehonoreerd
konden worden.
Voorts is aangegeven dat klagers verzoek zodra er voldoende capaciteit zou zijn alsnog in behandeling genomen zou worden en klager zou worden overgeplaatst naar het h.v.b. Almere. De klacht van klager dat hij niet op de wachtlijst wordt gezet ontbeert
dus feitelijke grondslag. De beroepscommissie verstaat deze beslissing aldus dat, zij het op een later tijdstip op basis van een nieuwe selectiebeslissing, onder afweging van de op dat moment bestaande bij de plaatsing betrokken belangen, aan klagers
verzoek tegemoet gekomen zou kunnen worden. Gelet op het vorenstaande moet het beroep ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 26 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven