Nummer: 08/2605/GB
Betreft: [klager] datum: 24 november 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.R. Kwee, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 14 oktober 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de zeer beperkt beveiligde inrichting/ISD (z.b.b.i./ISD) Haaglanden te Den Haag ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 7 oktober 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring/ISD Rotterdam te Krimpen aan den IJssel. Op 28 juli 2008 is hij geplaatst in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de PI Tilburg. Op 8 oktober 2008 is hij
overgeplaatst naar de z.b.b.i./ISD Haaglanden, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het bezwaarschrift is ongegrond verklaard omdat de selectiefunctionaris heeft gekozen voor een snelle doorstroming. Hierdoor kan klager twee weken later dan gepland deelnemen aan de dagdetentie. Dan is ook nog vereist dat de inrichting een daartoe
strekkend selectieadvies instuurt naar de selectiefunctionaris. Aan klager is toegezegd dat hij de laatste twee maanden van zijn detentie mocht ondergaan met toepassing van dagdetentie. Niet dan wel onvoldoende is gemotiveerd waarom van die toezegging
wordt afgeweken. Hierdoor komt klagers resocialisatie in het gedrang. Daar komt dan nog bij dat het maar de vraag is of de directeur van de z.b.b.i./ISD Haaglanden tijdig een selectieadvies kan uitbrengen, zodat binnen zes weken na binnenkomst in de
inrichting een aanvang kan worden genomen met de dagdetentie. Klager verzoekt de beroepscommissie het beroep gegrond te verklaren, met de bepaling dat hij per direct kan gaan deelnemen aan dagdetentie.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is door de directeur van de PI Tilburg voorgesteld voor een zogenaamd gestapeld traject. Een dergelijk traject houdt in dat gedetineerden voordat zij deelnemen aan een penitentiair programma (p.p.), geplaatst worden in een z.b.b.i. Klager was op
de hoogte van het advies van de PI Tilburg en heeft aangegeven daarmee in te stemmen. Op 22 september is klager geselecteerd voor plaatsing in de z.b.b.i./ISD Haaglanden. De selectiefunctionaris is er bij zijn beslissing toen vanuit gegaan dat klager
op
korte termijn feitelijk zou worden overgeplaatst. Klager is op 8 oktober 2008 overgeplaatst. Binnen de z.b.b.i geldt de afspraak dat een gedetineerde minimaal zes weken in die inrichting verblijft. Dat betekent dat klager in week 46 zou kunnen worden
geplaatst in een basis p.p. (b.p.p.). Op zich kan worden vastgesteld dat klager door de plaatsing in de z.b.b.i/ISD een deel van zijn b.p.p.-tijd in moet leveren, maar de selectiefunctionaris is van mening dat de stelling dat daardoor het
resocialisatieproces in gevaar komt, te ver gaat. Met klager zijn in het kader van het selectieproces gesprekken gevoerd. Daarin zijn mogelijkheden besproken en kennelijk heeft klager dit ervaren als toezeggingen. Aan dat gesprek kan klager evenwel
geen
rechten ontlenen. De praktijk is in een aantal gevallen immers weerbarstiger dan het theoretische model. Voor zover de selectiefunctionaris weet, is er nog geen selectieadvies voor deelname aan een b.p.p. ontvangen. De selectiefunctionaris is van
mening
dat zijn beslissing is genomen in overeenstemming met het selectieadvies.
4. De beoordeling
4.1. De z.b.b.i./ISD Haaglanden is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een zeer beperkt beveiligingsniveau.
4.2. Niet is in het geding of klager in aanmerking komt voor een plaatsing in een z.b.b.i. Klager is evenwel van mening dat hij medio oktober 2008 geplaatst had moeten worden in een b.p.p. omdat hem dit is toegezegd.
4.3. In het selectieadvies namens de directeur van de b.b.i. van de PI Tilburg wordt op 28 augustus 2008 geadviseerd om klager zo snel als mogelijk over te plaatsen naar een z.b.b.i. Als reden wordt daarbij aangegeven dat klager met ingang van 20
oktober 2008 in aanmerking zou kunnen komen voor plaatsing in een b.p.p. Een en ander is besproken met de coördinator TR en deze is akkoord.
De selectiefunctionaris heeft vervolgens op 22 september 2008 beslist om klager over te plaatsen naar de z.b.b.i./ISD Haaglanden. Klager is daar op 8 oktober 2008 feitelijk geplaatst. De selectiefunctionaris verwijst naar het in de z.b.b.i.-en geldende
beleid dat een gedetineerde gedurende ten minste zes weken in de z.b.b.i. moet verblijven alvorens hij in aanmerking komt voor plaatsing in een b.p.p. Dit leidt er, uitgaande van de door de selectiefunctionaris verstrekte gegevens, feitelijk toe dat
klager – op zijn vroegst – op 19 november 2008 zou kunnen worden overgeplaatst naar een b.p.p.
De beroepscommissie acht aannemelijk dat, bij gelegenheid van de voorbereiding van het selectieadvies, met klager de gemiddelde termijnen voor doorplaatsing naar een z.b.b.i. en b.p.p. zijn besproken. Voorts wordt aannemelijk geacht dat daarbij ook
termijnen genoemd zijn, die haalbaar kunnen zijn. De vraag is evenwel of klager aan die mededelingen enig recht kan ontlenen. De beroepscommissie beantwoordt die vraag ontkennend. De beslissing om een gedetineerde te selecteren voor plaatsing in een
z.b.b.i. of een b.p.p. is exclusief voorbehouden aan de selectiefunctionaris, zodat door medewerkers van de inrichting daaromtrent gegeven toezeggingen onbevoegd zijn gegeven. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de
selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 november 2008.
secretaris voorzitter