Nummer: 08/2025/GB
Betreft: [klager] datum: 19 november 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 31 juli 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Lelystad afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 11 juni 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b./ISD Rotterdam te Krimpen aan den IJssel.
3. De standpunten
3.1. Klager verwijst voor de toelichting op zijn beroep naar een brief van zijn echtgenote. In deze brief voert klagers echtgenote twee argumenten aan voor overplaatsing. De eerste betreft de twee kinderen die klager en diens echtgenote samen
hebben.
Momenteel is het geen probleem om naar Krimpen aan den IJssel te komen maar zodra de scholen beginnen krijgen hun kinderen maximaal twee uren vrij van school om naar de gevangenis te gaan. Doordat Almere dichtbij Lelystad ligt zouden hun kinderen één
keer per week naar de gevangenis kunnen afreizen. Een tweede argument betreft de gezondheidstoestand van klagers echtgenote. Een overplaatsing van klager naar het h.v.b. Lelystad zou beter zijn voor de gezondheidstoestand van zijn echtgenote. Dit wordt
nader verduidelijkt in een verklaring van 25 juli 2008 van de huisarts. Uit die doktersverklaring blijkt dat zij depressief is, veel last heeft van het feit dat haar partner niet thuis is en niet normaal kan functioneren op haar werk en thuis.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In de afwijzing is aan klager kenbaar gemaakt dat een herbeoordeling mogelijk is als bijvoorbeeld een medische urgentie kan worden overlegd. Bij de instelling van beroep is door klager een medische verklaring van diens echtgenote overlegd. Aan het
Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) is gevraagd de urgentie te toetsen. Hierop is op 4 september 2008 een terugkoppeling ontvangen. BIMA acht geen gronden aanwezig voor een overplaatsing. Bij de beantwoording van het beroepschrift is aan de
inrichting een recente bezoekerslijst opgevraagd. Uit deze lijst valt op te maken, dat klager niet verstoken blijft van bezoek en ook dat klagers echtgenote met regelmaat naar de inrichting komt.
4. De beoordeling
4.1. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager wordt vervolgd door het parket
Rotterdam.
Een overplaatsing zou een toename betekenen in de transportlijnen binnen de rechtsgang. Uit de doktersverklaring blijkt dat de toestand van klagers echtgenote een gevolg is van de afwezigheid thuis van haar echtgenoot. Een overplaatsing naar het h.v.b.
Lelystad zal haar toestand niet verbeteren. Uit de bezoekerslijst blijkt dat klager niet verstoken blijft van bezoek en ook zijn echtgenote met regelmaat een bezoek aflegt. De selectiefunctionaris heeft in zijn selectiebeslissing van 31 juli 2008
aangegeven dat op het moment dat klager afgestraft is er beter met zijn persoonlijke wensen, en derhalve ook met de gestelde belangen met betrekking tot het bezoek van klagers kinderen, rekening kan worden gehouden. Gelet op het vorenstaande zal het
beroep ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in
tegenwoordigheid van L. van Alff, secretaris, op 19 november 2008
secretaris voorzitter