Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2853/GV, 24 november 2008, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2853/GV

betreft: [klager] datum: 24 november 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 november 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij wordt verkeerd begrepen. Klager heeft gevraagd om met de bevalling thuis te mogen zijn. Hij heeft met zijn vriendin een gezamenlijke rekening. Zijn vriendin heeft schriftelijk bevestigd dat ze zijn
vriendin is, dat ze zwanger van hem is en zeer sterk verlangt dat klager aanwezig is bij de geboorte van hun kindje.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen omdat er op geen enkele wijze is aangetoond dat er sprake is van een duurzame relatie. Het feit dat beide beschikken over een gezamenlijke rekening is aangevoerd ter onderbouwing dat zij een relatie hebben. Op geen enkele wijze
is aangetoond dat beide voor de detentie van klager langdurig hebben samengewoond op een en hetzelfde adres. Daarnaast is uit de brief van de vriendin vast komen staan dat klager om moverende redenen het kind niet mag erkennen. Daarmee is niet
aangetoond dat hij de vader is van het ongeboren kind. Om toch bij de bevalling aanwezig te kunnen zijn kan klager in overleg met de directeur van de inrichting zijn regimair verlof hiervoor reserveren. Dan kan hij op of rond de geplande datum als de
bevalling zich aankondigt toch verlof genieten om zodoende bij de bevalling aanwezig te zijn.

De directeur van de PI Tilburg heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie maanden met aftrek, wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en poging tot (zware) mishandeling. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 22 december 2008.
Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 30 dagen in verband met een schadevergoedingsmaatregel te ondergaan.

Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (van 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI) (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat
niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Artikel 36 van de Regeling bepaalt dat strafonderbreking ondermeer kan worden verleend voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner van de gedetineerde. Artikel 1 onder i. van de
Regeling bepaalt dat onder levenspartner dient te worden verstaan de echtgenoot van de gedetineerde, alsmede de persoon met wie een aantoonbaar duurzaam samenlevingsverband wordt onderhouden daterend van vóór de aanvang van de detentie. Naar het
oordeel
van de beroepscommissie is uit de stukken niet vast komen staan dat sprake is van een levenspartner in de zin van artikel 1 onder i. van de Regeling. Alleen al om die reden dient het beroep ongegrond te worden verklaard. Daar komt bij dat klager in
overleg met de directeur van de inrichting zijn regimair verlof kan reserveren om bij de bevalling aanwezig te zijn.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 24 november 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven