nummer: 08/1614/TB
betreft: [klager] datum: 13 november 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 25 juni 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Ter zitting van de beroepscommissie van 16 oktober 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K.J. Kerdel, en namens de Staatssecretaris, [...], juridisch medewerker.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen (door middel van ruiling) naar het forensisch psychiatrisch centrum De Kijvelanden te Poortugaal (hierna: De Kijvelanden).
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
In het kader van de tbs is hij bij beslissing van 5 juli 2004 geplaatst in het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht). Bij brief van 12 juni 2008 is het voornemen van die inrichting tot overplaatsing van klager naar
een andere tbs-inrichting in het kader van een ruiling aan de Staatssecretaris kenbaar gemaakt. De Staatssecretaris heeft op 25 juni 2008 beslist klager over te plaatsen naar De Kijvelanden. Deze overplaatsing is op 9 juli 2008 gerealiseerd.
3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar De Kijvelanden. Klagers behandelcoördinator begreep klager niet. Klager heeft aangedrongen om een Marokkaanse psychiater of psycholoog of een Nederlandse interculturele psychiater of psycholoog
in te schakelen. Hem is gezegd dat dat niet gerealiseerd kon worden. Klager heeft nooit enige behandeling geweigerd en er is nooit sprake geweest van een agressief incident, waardoor de behandeling zou zijn vastgelopen. De beslissing van de inrichting
om het verzoek te doen om klager over te plaatsen, heeft hem overvallen. Het was meer een persoonlijke kwestie tussen klager en de behandelcoördinator. Onduidelijk is waarom er niet voor is gekozen om de behandeling in Veldzicht voort te zetten. Klager
schaamt zich vreselijk voor hetgeen hij heeft gedaan en heeft in het begin het contact met familie afgehouden. Het contact en de verzoening met zijn familie zijn aspecten die heel belangrijk zijn voor wat betreft klagers behandeling. Sinds twee jaar is
het contact met zijn familie heel goed en heeft hij ook zelfs weer contact met zijn schoonfamilie.
Hij zit nu al bijna negen jaar binnen zonder enige uitbarsting. Klager wil graag in Veldzicht zijn behandeling afmaken. Klager prefereert terugplaatsing naar Veldzicht en subsidiair overplaatsing naar de Dr. Henri van der Hoevenkliniek (hierna: Van der
Hoevenkliniek), omdat zijn familie in de omgeving van die inrichting woonachtig is.
In De Kijvelanden is de behandelplanbespreking al viermaal uitgesteld. Klager heeft het idee daar niet op zijn plaats te zijn. Hij heeft veel minder vrijheden en er worden hem ook urinecontroles afgenomen.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
In het begin wierp de behandeling van klager in Veldzicht wel vruchten af. De kentering is gekomen in 2007. Het contact met zijn (schoon)familie leidt klager af van de behandeling. Klagers behandelaars zijn van mening dat er geen/onvoldoende
behandelresultaten zijn geboekt. Er is geen overeenstemming bereikt over diagnostiek of zaken die in het verleden hebben gespeeld. Geen behandeling heeft plaatsgevonden van klagers persoonlijkheidsproblematiek. Het ontbreekt klager aan probleeminzicht.
Na drie jaar is er geen sprake van vermindering van het delictgevaar. De inrichting ziet geen andere mogelijkheid dan klager een tweede kans te geven in een andere kliniek. Het belang van een snelle overplaatsing en een spoedig vervolg van klagers
behandeling gaan boven regionale voorkeur. Vraag is ook of plaatsing in de regio, waar klagers familie woonachtig is, van belang is voor klagers behandeling. De beslissing om klager over te plaatsen naar De Kijvelanden is niet onredelijk of onbillijk.
Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.
4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van tbs-gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de tbs-gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de tbs-gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere tbs-gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten vrouwen,
zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke tbs-gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.
Naar de Staatssecretaris heeft aangegeven is ten aanzien van klager sprake van een ruiling en vindt in dat geval door de Staatssecretaris geen toetsing aan bovengenoemde criteria plaats. De Staatssecretaris beoordeelt of door de inrichtingen, die de
wenselijkheid van een ruiling beoordelen, is voldaan aan de procedurele voorschriften.
De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing genomen onder verwijzing naar het verzoek van het hoofd van Veldzicht van 12 juni 2008 om klager over te plaatsen.
Uit het verzoek blijkt dat de behandelaars geen c.q. onvoldoende behandelresultaten bij klager hebben geboekt. Zonder resultaat is getracht om te komen tot overeenstemming over diagnostiek en zaken die zich in het verleden hebben afgespeeld. Klagers
persoonlijkheidsproblematiek is niet behandeld. Het ontbreekt klager aan probleeminzicht en het delictgevaar is sinds de opname in Veldzicht niet verminderd. Geen verdere positieve ontwikkeling wordt verwacht van een verdere behandeling van klager in
Veldzicht. Verzocht is om klager een tweede kans te geven in een andere inrichting.
Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Subsidiair heeft klager verzocht om hem in de Van der Hoevenkliniek te plaatsen omdat zijn familie in die regio woonachtig is. De beroepscommissie is niet gebleken van een, uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke
wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren boven het belang van een plaatsing op zo’n kort mogelijke termijn in De Kijvelanden. Het belang dat klager zo snel mogelijk
wordt overgeplaatst opdat zijn behandeling zo spoedig mogelijk kan worden voortgezet, weegt zwaarder dan de regionale voorkeur.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar De Kijvelanden niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. J.R. van Veldhuizen en mr. H.E.G. Peters, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 13 november 2008
secretaris voorzitter