Nummer: 08/1946/GB
Betreft: [klager] datum: 5 november 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.J.E. van Haarst, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 4 augustus 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de beperkt beveiligde inrichting zonder regimesgebonden verlof Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 25 november 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Ter Apel. Op 4 juli 2008 is hij geplaatst in de beperkt beveiligde inrichting zonder regimesgebonden verlof Bankenbosch, waar een regime van algehele gemeenschap geldt
en een normaal beveiligingsniveau.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het is voor klager volstrekt onduidelijk op grond waarvan geconcludeerd wordt dat hij aan geen enkel traject zou willen meewerken. Klager is wel degelijk bereid mee te werken aan een traject, maar hem is nooit een aanbod gedaan. Evenmin begrijpt klager
wat het overlegorgaan veelplegers bedoelt met een op klager betrekking hebbend plan van aanpak. Met hem is daarover nooit gesproken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is geplaatst in een beperkt beveiligde inrichting zonder regimesgebonden verlof op grond van het feit dat de Officier van Justitie heeft aangegeven dat klager niet mee wil werken aan welk traject dan ook en hij derhalve vooralsnog gedurende deze
detentie niet voor vrijheden in aanmerking komt. Ook het veelplegersoverleg adviseert negatief omdat vrijheden niet passen binnen het plan van aanpak.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Uit de stukken komt naar voren dat klager niet aan enig traject wil meewerken en in ieder geval nog niet getekend heeft voor het programma Terugdringen Recidive.Gelet daarop heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen beslissen klager
niet voor regimesgebonden verloven in aanmerking te laten komen.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden
verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 5 november 2008.
secretaris voorzitter