Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/39658/GA, 9 augustus 2024, beroep
Uitspraakdatum:09-08-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    24/39658/GA
    
            
Betreft    [klager]
Datum    9 augustus 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

de directeur van de locatie Hoogvliet (hierna: de directeur)

 

1. De procedure
[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen het niet reageren op celoproepen.

De beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet heeft op 8 maart 2024 het beklag gegrond verklaard en zou, na de directeur te hebben gehoord, bepalen of enige tegemoetkoming geboden is (Ho-2023-446). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft […], juridisch medewerker bij de locatie Hoogvliet, gehoord op de digitale zitting van 17 mei 2024. Klager bevindt zich inmiddels in vrijheid. De beroepscommissie heeft aangegeven dat hij eveneens digitaal aan de zitting kan deelnemen, door fysiek bij zijn raadsman, mr. D.C.D. Newoor, aanwezig te zijn. Van die mogelijkheid heeft hij geen gebruik gemaakt. Klagers raadsman heeft (namelijk) schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen. Een stagiaire juridische zaken bij de locatie Hoogvliet was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
De directeur herhaalt het in beklag gevoerde verweer en voert aanvullend het volgende aan.
Het is onvoldoende aannemelijk dat klager om 06:30 uur een celoproep heeft gedaan. De directeur verwijst naar het schriftelijk verslag van 7 november 2023 en de disciplinaire straf van 8 november 2023. Het lampje van klagers cel brandde niet. Als klager een celoproep had gedaan, zou het lampje moeten branden totdat het personeel dit handmatig uitzet. Het lampje op klagers cel is pas gaan branden op verzoek van het afdelingspersoneel rond 07:30 uur. Uit de stukken blijkt niet dat klager een uur aan het wachten was. Het had voor de hand gelegen dat klager bij het openen van de deur of tijdens de rapportafhandeling dit wachten als aanleiding had gegeven voor zijn onwenselijke gedragingen.

De medische dienst en het afdelingspersoneel zijn op de hoogte van klagers medische situatie en daarom extra alert. De medicatie is vijf minuten na het eerste contact met het afdelingspersoneel aan klager verstrekt. Dat is een redelijke termijn (vergelijk RSJ 1 september 2023, 23/31460/GA). Nu de voorgeschreven medicatie van klager tijdig aan hem is verstrekt is directeur niet in belangrijke mate tekortgeschoten in haar verzorgende taken.

De uitspraak van de beklagcommissie is niet in overeenstemming met de uitspraken van de beroepscommissie van 1 september 2023. De directeur verwijst naar de pagina “Waartegen kan een gedetineerde klagen?” op de website van de RSJ.

Standpunt van klager
In de voorafgaand aan de zitting door klagers raadsman toegestuurde e-mail, is namens klager verwezen naar wat naar voren is gebracht bij de beklagcommissie en is aanvullend het volgende aangevoerd. Het ging niet om een eenmalig incident, maar om een structureel probleem waarbij er meerdere malen niet, althans niet tijdig, op celoproepen is gerespondeerd. De medische situatie van klager (clusterhoofdpijn en daardoor de noodzaak van medicatie) was bekend bij de medische dienst. Toch is er meermaals niet gereageerd op zijn oproepen.

 

3. De beoordeling
Ontvankelijkheid van klager in zijn beklag
Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet reageren op een celoproep door afdelingspersoneel. Hij stelt dat hij om 06:30 uur een celoproep heeft gedaan voor medicatie tegen zijn clusterhoofdpijn. Om 07:30 uur kwam het personeel zonder medicatie en een kwartier later bracht het personeel klagers medicatie. Volgens klager is het die week vaker gebeurd dat hij een celoproep deed in verband met clusterhoofdpijn en ze hem lang lieten wachten. Klagers raadsman benoemt dat het een structureel probleem is. Het is de afspraak met de medische dienst dat het personeel direct medicatie moet brengen als klager een aanval voelt opkomen. 

Het niet reageren op een celoproep kan – als handelen van het personeel – gelijk worden gesteld met een beslissing van de directeur, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet, als sprake is van een beklag met voldoende belang voor de gedetineerde. Daarvan is in beginsel slechts sprake wanneer de directeur volgens de gedetineerde jegens hem “structureel en in belangrijke mate tekortschiet in zijn verzorgende taken” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 76).

Het gestelde probleem moet zich naar het oordeel van de beroepscommissie (als meest algemene uitgangspunt) in beginsel minimaal drie keer in drie maanden – voorafgaand aan het beklag – hebben voorgedaan, om te kunnen spreken van mogelijk ‘structureel tekortschieten’. Dat is echter mede afhankelijk van de aard en ernst (c.q. belangrijkheid) van het probleem.

In de door klager gestelde omstandigheden en in het bijzonder gelet op de aard en ernst van het medische probleem zoals volgt uit de instructie van de medische dienst, zou het meerdere keren in een week niet reageren op celoproepen van klager voor het ontvangen van zijn medicatie tegen clusterhoofdpijn een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur kunnen zijn. Daarom heeft klager in dit geval voldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beklag. De beklagcommissie heeft klager terecht en op juiste gronden ontvangen in zijn beklag.

Inhoudelijke beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat het onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager op 7 november 2023 al om 06:30 uur daadwerkelijk een celoproep heeft gedaan. De stukken bieden daarvoor onvoldoende aanknopingspunten. Als klager een celoproep had gedaan, dan zou het lampje van zijn cel branden totdat het personeel dat lampje had uitgezet. Volgens de directeur brandde het lampje echter niet, toen het personeel om 07:30 uur bij de cel van klager kwam. Het lampje is vervolgens gaan branden op verzoek van het personeel en toen heeft het personeel binnen vijf minuten de medicatie gebracht. Het is voorts onvoldoende aannemelijk geworden dat op andere dagen niet of te laat is gereageerd op celoproepen, waardoor de medicatie van klager te laat zou zijn verstrekt.

Gelet op het voorgaande is het onvoldoende aannemelijk geworden dat de directeur structureel en in belangrijke mate is tekortgeschoten in zijn verzorgende taken. De beroepscommissie zal het beroep van de directeur daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 


Deze uitspraak is op 9 augustus 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit 
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, F. van Dekken en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven