nummer: 08/2390/GV
betreft: [klager] datum: 4 november 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C. Stroobach, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 16 september 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft recht op algemeen verlof.. Dat het verlof maatschappelijk onaanvaardbaar zou zijn kan niet worden gedragen door de in de beslissing naar voren gebrachte omstandigheden. Klager betwist dat
zijn verhalen niet altijd zouden kloppen en dat hij personeel zou proberen te manipuleren. Hij kan de aantijgingen niet weerleggen, omdat ze niet geconcretiseerd zijn. Dat klager geen betrouwbaar beeld geeft is niet met concrete en vaststaande feiten
onderbouwd. Klager vermoedt dat wantrouwen zijdens diverse disciplines veroorzaakt is door de strafbare feiten waarvoor hij is veroordeeld (o.a. oplichting en verduistering).
Dat klager voor de politie op de loop zou gaan is evenmin met concrete feiten of omstandigheden onderbouwd. Dat klager bekend is bij de politie kan niet bijdragen aan het negatieve advies, aangezien alle gedetineerden bekend zijn bij de politie. Dat de
wijkagent 100% garantie wil dat klager terugkeert van verlof, omdat hij belangrijker werk te doen heeft dan te zorgen voor klagers terugkeer naar de inrichting is een oneigenlijk argument.
De directeur acht het verlofadres niet betrouwbaar, omdat dit een woning op een bungalowpark betreft van een ex-medegedetineerde met wie klager zijn cel heeft gedeeld. Er zijn geen omstandigheden aangevoerd waarom dit adres onbetrouwbaar zou zijn.
Klager levert geen beheersrisico op, hij komt zijn in de inrichting gemaakte afspraken goed na. Hij heeft nimmer een disciplinaire straf opgelegd gekregen. Deze positieve aspecten zijn niet dan wel onvoldoende bij de beslissing betrokken.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van de gevangenis Veenhuizen heeft negatief geadviseerd. Klagers functioneren verloopt zonder al te grote problemen, echter zijn verhalen blijken niet altijd te kloppen en hij probeert personeel te manipuleren. Bijna elke discipline kan
daar een paar voorbeelden van opnoemen.
Daarnaast heeft klager geen betrouwbaar verlofadres opgegeven. Hoewel hij zegt goed contact met zijn familie te hebben, kan hij daar niet zijn verlof doorbrengen. Op het thans opgegeven verlofadres, gelegen in een bungalowpark, woont een
ex-gedetineerde. Met hem verbleef klager tijdelijk op een duocel. Bij de politie zijn feiten bekend op basis waarvan het verlof op het aangegeven adres tegengehouden zou moeten worden.
Klager recidiveert regelmatig, ook binnen de opgelegde proeftijd.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Veenhuizen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, omdat klagers verhalen niet altijd blijken te kloppen en hij probeert personeel te manipuleren. Het verlofadres bij een ex-gedetineerde komt niet
erg
betrouwbaar over.
Het openbaar ministerie heeft, blijkens de inlichtingen van de directeur, positief geadviseerd, mits het verlofadres is goedgekeurd.
De politie Wijchen heeft, zo blijkt eveneens uit de inlichtingen van de directeur aangegeven dat klager bekend is bij de politie en zonodig op de loop gaat voor de politie. De wijkagent wil 100% garantie dat klager terugkeert van verlof. Hij heeft nl
belangrijker werk te doen dan achter klager aan te moeten als hij niet zou terugkeren.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een vervangende hechtenis taakstraf. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 8 april 2009.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.
Tegen het door klager opgegeven verlofadres bestaat overwegend bezwaar. De betrouwbaarheid hiervan wordt, met name door de politie, in twijfel getrokken.
De beroepscommissie is van oordeel dat deze omstandigheid een contra-indicatie vormt voor verlofverlening die een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in
aanmerking
komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder j van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart. het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 4 november 2008.
secretaris voorzitter